Notaris-, schepen- en andere akten

9 Francis Kilsdonck en zijn vrouw Maria Vissers, wonende te Herpen, bekennen 800 gulden hollands schuldig te zijn aan het fonds van de Latijnse school te Ravenstein. Onderpand is hun huis en hof te Herpen, staande en gelegen nabij de Brugge en de landerijen te Overlangel, die zij hebben geerfd uit de nalatenschap van hun oom, wijlen pastoor van den Bogart. Jan Kilsdonck en Gerardus Olijmeulen, beiden wonende te Herpen, zijn borg.

10 Catharina van den Akker, weduwe Peter Hoefs, geassisteerd door haar broer, L. van den Akker, bekent 300 gulden hollands schuldig te zijn aan de Latijnse school te Ravenstein. Onderpand is haar huis en hof te Herpen in de Broeckstraet, een zijde Derc Tonis van Maesakker, andere zijde Reijn. van Berckel. Jan van den Ackker en L. van den Ackker zijn borg.

11 Wilm Vissers en zijn vrouw Jenneke van den Hooge bekennen 200 gulden schuldig te zijn aan de Latijnse school te Ravenstein. Onderpand is hun huis en hof en aangelegen land, gelegen naast erve Francis van den Hooge, Hendrik van Berkel, Gerardus Olijmeule en meer erven. Gijsbert van den Hoogen is borg.

12 Hendrik van Tiel en zijn vrouw Deriske de Bont, wonende te Neerloon, bekennen 400 gulden schuldig te zijn aan de Latijnse school te Ravenstein. Gerardus Olijmeulen, wonende te Herpen en Jan van Duere, wonende te Overlangel, zijn borg.