Notaris-, schepen- en andere akten

9 Voor schepenen in Veghel verschenen Hendrik Hendrikx Verasseldonk, oud ongeveer 74 jaren, Claes Aert Donkers, oud ongeveer 65 jaren, en Jan Peter Loijmans, oud ongeveer 62 jaaren, allen inwoners van Veghel, "en staende ter goeder naem en faem", om op verzoek van Arnoldus, zoon van Peter van de Hurk, ook inwoner van Veghel, een verklaring af te leggen. Zij verklaren dat Arnoldus, zoon van Peter van de Hurk "is een wettig soon van voors(creven) Peter van den Hurk, verwekt bij Maria dogtere Antoni Tybos. Dat dese Maria in egte is verwekt bij Catalyna Daniels Roelofs van Kilsdonk, en dat dese Catalyna is geweest de volle nigte van Marten Jan Roelofs van Kilsdonk, en dat sij menigmael hebben hooren seggen dat de vader van opgemelte Catalijna en de vader van voorseijde Marten sijn geweest twee eijge broeders."

10 Schepenen van Veghel verklaren dat voor hen zijn verschenen Antony Joosten, Jan Joosten, Matys Jans van de Ven en Joannis Adriaan Voogels, alle woonende alhier en broeders en naaste aanverwanten van Hendrik Joosten, althans geapprehendeerde en gedetineerde binnen de stadt Ravensteijn, denwelcke verclaarde tesaem en ider int besonder mitt desen te consitueren en magtig te maken de H(ee)r J. F. Ploegh, licentiaet en advocaet, woonende tot Meegen, als ordinair aangestelden bediende tot defensie van den beklaegde voorn(oem)t, omme in name en voor reekeninge van haer comparanten voors(creven) sig te vervoegen naer Dusseldorp en aen sijne Cheurvorstelijke Doorlughtigheyt Hooge De Alterien aldaer onderdaanight te demonstreeren dat zij comparanten haere geheele familie en voorouders respective zijn eerlijke en onbesprooken luijdens, sonder dat imant iets tot haren laste weet te seggen, anders als het gene tegens den voornoemden Hendrik Joosten wert ingebragt en derhalven by syne Cheurv(orstelijke) Doorlughtigheyt onderdanigst aan te staen tot quijtscheldinge off mitigatie van siidanige straffe als den gedetineerde door syne misgreepen soude konnen verdient hebben, en sulx tot conservatie van eere en faem van haer en haere geheele familie. Mede ook den selven te constitueeren en magtig te maken, om eene plaatse bequaem in den selven aldaer oft elders te connen detineeren, op te soeken en daer over te accordeeren, dog niet hooger te beloopen dan eens drije hondert gulden, onbegreepen vijfftig guldens meer off min, sonder egter in de costen van detensie oft crimineele procedures van voors(creven) Hendrik Joosten gehouden te zijn, als niet in staat zijnde, meerdere somme te connen opbrengen. Wijders met speciale magt en last omme in geval sulx mogt versogt worden een off meer in syne plaetse te konnen substitueren."

11 Schepenen in Veghel verklaren "dat thoonder deses, Thomas soone Lambert van den Boogaert, gecomen tot den ouderdon van neegentien jaeren, verwekt bij Hendrina Johannis Kivits, alhier is gebooren, wiens vader en moeder alnog in leeven sijn, zijnde desselfs vader geweest presidentschepen deser plaatse, lieden van eere en goede naam en faam, soo als thoonder deses sig ook altijt vroom als een jongman betaamt, heeft gedraegen en gecomporteert, sonder ooijt contrarie te hebben gehoort, en want denselven is een schoenmaeker van zyn ambagt, voorneemens sijnde sig buijten slans tot voortsetting van desselfs hantwerk te begeeven, en dies volgens van ons was requireerende verclaering in forma, soo hebben wij om der waerheijdt wille die niet konnen wijgeren, maer mede gedeelt om hem te dienen daer en soo des behoort. versoekende derhalven alle officieren, justicien, regten en geregten den voors(creven) Thomas van den Boogaert allomme te laeten gaen, stae, passeeren en repasseeren, soo te water als te lande."

12 Schepenen van veghel verklaren "ons op heden dato onderges(creven) des smorgens de clokke seve uuren te hebben begeeven in de woonhuysinge en herberge van Adriaen Claesse Rademakers, staende alhier over de Brugge, en aldaer vinde leggen seeker manspersoon, soo seyde genaemt Johannes Willem Vrenssen, woonagtig tot Osch, denwelke gequets sijnde in onse preesentie, en sulx ter instantie vant Hoog Officie der Staft en Meyerye van S’ Bosch, door Petrus Schippers m(eeste)r chirurgeyen alhier is gedaen visiteren en verbinden, en aen welke persoon syn gevonden drye quetsuure als eene solutie onder het regter ossa claircula en nevens het os terminum ingaende tot in de caviteit van de pectrus. Een tweede onder den linker arm tussen de vierde en vijffde coste vere, gaende schuyns agterwaerts nae de vistebre van den rug. Een derde boven het linker assa claircula, dog niet diep peenetrerende. En welke pesoon door den president Mighiel Bouwmans gevraegt sijnde wanneer en door wien hem die wonde syn toegebragt. Heeft verclaert deselve wonden des snagts tussen den 18e en 19e deeser maandt may te hebben gekregen, en deselve door Peter van Esch, in de wandeling genaemt Schaepmenneke, woonagtig tot Osch, toegebragt te syn en sulx in de huijsinge van Adriaen Claesse Rademakers voors(creven). En wanneer van dese quetsuure quam te overleyden niemandt anders dan voors(creven) Peter van Esch in den dootslag is leggende. En verclaert den gequetste verder dat present waeeren seekeren Johannes Jacobs van Kraij, woonagtig tot Osch, ook niet beter wetende Adriaen Claessen Rademakers voors(creven) en Annemaria desselfs huysvrouw, en meer andere bij hem onbekent, en dat de questie eygentlijk is toegekomen over koopmanschap van een paerdt en haever. Werdende door de gequetste (die haever van voors(creven) Peter van Esch hadde gekogt) tegen den selve gesegt: "Ik sal het gelt van de haever maer inhouden, dan behoeft uw het gelt voor myn affgekogt paert niet te geven."