Notaris-, schepen- en andere akten

933 Alart soene wylen Dirck Ariaen heer Lonissoen en zijn zus Geertruydt hebben verkocht, opgedragen en overgegeven aan hun broer Hanrick Dirck Ariaenssoen al hun rechten, ieder het 1/5 deel, van 'enen huyze, smeyhuys, boemgaert, hostat ende hoff ende metten saylande daier by ende aen liggende' met toebehoren, groot samen omtrent 10 loepense, gelegen aen die Donck tusschen die Bruggen
- e.z.: Joncker Adolff van Wassenborch
- a.z.: Dirck Willem Aert Philips en de erfgenamen van Jan Janssoen van Dieperbeeck
- e.e.: Aert Jan Aert Weltgens
- a.e.: die gemeynt
De opdragers hadden deze 1/5 delen geërfd van hun vader Dirck en hun moeder Anna dochtere wylen Hanrick Houbrakens.
Het goed is belast met het 2/5 deel van:
- een grondcijns van 4 1/2 stuivers aan de heer van Helmond
- een erfcijns van 6 Carolus gulden aan Ariaen Jan Jacops
- een erfcijns van 5 1/2 Carolus gulden aan Goert Lonissoen
- een erfcijns van 6 Carolus gulden aan Jan Dirck Ariaen heer Loniss
- een erfcijns van 4 pond payment aan 'den heyligen geest tot Vechel'
- een erfcijns van 3 Carolus gulden aan de erfgenamen van Hanrick Dirck Hanricxs
- een erfcijns van 3 Carolus gulden aan de erfgenamen van Dirck Hanricxs aent Eerdt
- een erfcijns van 4 pond payment aan 'den rectoer van eender capellen staende tot Liemdt'
Getuigen: Ariaen Aert Goertss en Melchior van Tillair, scepenen in Vechel

934 Hanrick soene wylen Dirck Ariaen heer Lonissoen heeft verkocht, opgedragen en overgegeven aan zijn broer Alart Dirck Ariaenss de helft van 'enen camp hoeyvelts' met toebehoren, waarvan de andere helft toebehoort aan Ariaen Joest Ketelaers, gelegen binnen den paelen van Schyndel ter stede genoempt in die Eerdtsche buenders anders genoempt het Kilsdoncxken
- e.z.: de erfgenamen van Danelt Willem Maessen
- a.z.: de erfgenamen van Peter Gyssen
- e.e.: de erfgenamen van Rut Jan Cluytmanss
- a.e.: Melchior Jans van Tillair met anderen
Hanrick, de verkoper, had deze helft gekocht van zijn mede-erfgenamen. He goed is belast met de helft van een grondcijns van 3 stuivers aan de heer van Heeswyck.
Getuigen: als voor

935 De schepenen van Veghel maken bekend dat voor hen verschenen zijn 'in enen gebannen gedinge daer die schoutet der heerlicheyt van vechel met ons scepenen te recht geseten was' Roeff soene wylen Dirck Houbrakenssoen, oud omtrent 70 jaren, en zijn broer Herman Dirck Houbrakens, oud omtrent 65 jaren, gedaagd door Jan Jan Alarts 'vorster tot Vechel 'ter instantie van Aert Danelt Maessensoen en de minderjarige kinderen van zijn broer Jan, en Gysbert Loniss en de minderjarige kinderen van Hanrick Danelt Maessens, en de minderjarige kinderen van Hanrick Gerit Roeffensoen verwekt bij Margriet dochte Danelt Willem Maessenss. Ze hebben verklaard 'als naegebueren kennis hebbende van dese guederen', 'dat die guuederen ofte erffenissen die dese onmundige kynderen voirgenoemt wylen aencoemen ende verstorven zyn van (niet ingevuld) dochter wylen Danelt Willem Maessens beter zyn vercoft dan gehauen, ende dat die oeck meer vuytbrengen zal in erffcoep dan in hueringen'.
Getuigen: in pleno judicio scabinorum de Vechel (alle schepenen van Vechel)

936 Joncker Joris Dachverlies als man van Joffrouwe Ida van Berckell heeft verklaard dat Thomas Jacop Meussoen voor de ene helft, en Peter Roeff Janssen voor de andere helft, aan hem een erfcijns van 3 Carolus gulden afgelost hebben. Joris Dachverlies had deze erfcijns geërfd van de erfgenamen van Aelbert van Berckel, en Thomas en Peter betaalden de erfcijns uit een goed toebehorende aan de erfgenamen van Roeff Jans in den Hoeck genoemt in die Verrenberchsche thiende aent Bueckelaer.
Getuigen: Nicolaes Cornelis van Doeren en Jan Willems van den Ryt, scepenen in Vechel