Het sevenste loth is een stuck lants op het Schouvelt gelegen, genaemt Thijssen stuck, met het vierde part van het hecken te onderhouden, gelegen aen eenen sijde neffens erve Thijs Janssen, d’ander Jan Handricx, schietende met beijden eijnden op erve Maijken Claesen. Hierbij behoirt den vorsten plack in het Socgelse Eeusel, soo het afgepaelt is, benevens erven Jan Daendels met meer erven, de andere erfdeilders met eenen eijnde, op erve of erfgenaemen van Peter Gerrits; het ander op erven Jan Dandels, met den houtwasch. Daerop ende bij behoorende.
Ende het achterste te weegen den naesten wegh den minsten scaede. Noch compt hierbij een obligatie van Cornelis Gerrits Haeselbergh van 150 gulden. Noch aen Handrick Dericx Broeren 200 gulden metten achterstel van pachten, van dese voorbenoemde obligatie. Noch aende burgemeesters Handrick Everts ende Tonis Wouters van achterstell van pachten; van de gemeijnt 4 gulden ende 13 stuijvers 1 ort. Noch van de gelicke erfgenaemen 10 gulden. Dit loth moet van hem geven; aen het derde loth 25 gl. ende die te betaelen den erstcoomende Lieve Vrouwe Lichtmis dagh anno 1680, alsdan met een jaer intrest tegens het hondert vijff gulden. Dit loth wordt belast met een post thijns volgens ’s Heeren thinsboeck; noch vijff ort stuijvers beijen, ’t elcker keer. Desen post en loth is gevallen aen Toni Hendrix ende Joachem Claesen. Beloovende condividenten ’t samender handt mit naeme seven paer van persoonen sijnde dieswegen vers...; ten eerste Jan Hendricx ende Thijs Jansen; 2e Tonij Hendricx ende Joachem Claesen; 3e Jan Willems ende Nelis Hendricx; 4e Hermen Jan Everts ende onmondige kinderen van Jan Jan Everts, geassisteert met Gort Lenarts als momber; 5e de onmondige kinderen van Art Jan Thijssen, geassisteert met Jacob Fredericx ende Wouter? Jansen, ende Hendrick Hendrickx Rutten, geassisteert met Ludwich? van De.... ? ende Jan Hendrix Tonissen als mombers in desen; 6e Luibert Hermens cum suis ende Willem Claesen cum suis;