Notaris-, schepen- en andere akten

59 Akte van bevestiging en kwijting door 1 Johannes Wilhelmus van Vonderen landbouwer en 2 Gerardus Linders landbouwer te Uden. De comparanten verklaarde te bevestiging den koop en verkoop van een boerderij sectie B 1260 en 424.

55 Confirmatie
van uitkoop of afgoeding van successie of een delijke deeling en successien van 1. Hendricus Gerrits; 2. Maria van Meukem; 3. Derk de Goeij.
1. Theodora Angela Bungeners eerst weduwe van Hendricus Gerrits, laatst van Derk de Goeij, handel doende, zoo en haren eigen naam ter zake der gemeenschap van goederen; tusschen hare echtgenoten bestaan hebbende als als moeder en wettige voogdesse over hare beiden minderjarigen 1. Rutgerus Bartholemeus, V. Wilhelmus Hubertus Franciscus de Goeij; 2. Jacobus Josephus Manssen, koopman en zijne huisvrouw Johanna Dorothea de Goeij, zijne huisvrouw; - gez. Hanssen als voogd over de vier minderjarige kinderen van Wilhelmus Hubertus de Goeij in huwelijk verwekt met Hendrica van Boekel mitsgaders als toeziend voogd over de bovengem. twee minderjarigen; 3. Arnoldus van Boekel, broodbakker, als toeziend voogd over de vier minderjarigen; 4. Pieter van Alphen, koopman en zijne huisvrouw Johanna Gerrits, 5. Antoon Gerrits, ze Luit. bij het 8 Rigt huzaren in garnizoen te Grave; 6. Hendrica Gerrits, zonder beroep de partijen sub 4, 5 en 6 als zich solidairelijk fort en sterk makende en de rato caverende voor hunnen absente broeder Hermanus Gerrits, ontvanger der Registratie te Oudenbosch, - zijnde de overige partijen als te Grave woonachtig.

31 Maria Verhoven, weduwe van Jan Verhoven, met Gerit Dericx en Hans Craen haar voogden, gezond van lichaam en geest, heeft met haar voogden voor ons verklaart dat zij in het jaar 1601 op de 28e februari voor Jhr Maximiliaen van Galen, Aeb Willems Jacop Eunen ende Claes Gaerts, destijds Schepenen in Cuyck, na rijp beraad, haar uiterste wil kenbaar heeft gemaakt, betreffende haar roerende- en onroerende goederen. Zij verklaart nu dat zij blijft bij het destijds opgestelde testament, en dat zij het uit vrije wil heeft gemaakt en dat noch Gerit Dericx of zijn echtgenote Jenneken of wie dan ook haar beinvloed hebben.

113 Mariken Maes heeft haar ter goedertijd naar Cuijcks landrecht in haar gewonnen goed doen inleiden en ruimen gezonden naar vermogens deze boven geschreven aangerichte brief daar deze tegenwoordige transficx doorgestoken en getransticxeert waar en daar gewijs van schepenen ‘t vergewonnen goed in tegenwoordigheid onze schepenen maken haere aangevangen gegraven gehouwen ende voorts allen gedaan tgeene zij na de landrechten behoorden schuldich was te doen. Zie ook blz 127-128.