Notaris-, schepen- en andere akten

218 Vandaag 10 maart 1654 heb ik mij met Jan Jan Spierincks en Hendrick Huijbert van der Merendonck vervoegd op een zeker stuk land gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse aan de windmolen welk perceel afkomstig is van Yken dochter van Hendrick Jan Gielissen. Dat gebeurde op verzoek van Henrick Peter Geert van Hannen verwekt bij diens vrouw Anneken dochter Jan Michiels, op verzoek van Jan Seberts Jan Michiels en Jenneken dochter van Hendrick Lenerts verwekt bij diens vrouw Merieken dochter van Jan Michiels en op verzoek van Hendrick Seberts Janssen als voogden over de minderjarige kinderen van Jan Willem Matijssen van der Merendonck verwekt bij diens vrouw Jenneken dochter van Cornelis Jan Hendrick Roelofs en op verzoek van Otten Peters als man van Hendersken dochter van wijlen Cornelis de Seeldreijer verwekt bij Heijlwig dochter van Cornelis Hendrick Roelofs, verder voor Jan zoon van Cornelis Jan Hendri ck Roelofs van de Meersbergh verwekt bij diens vrouw Heijlken dochter van Jan Michiels. De requiranten verklaren ieder hun deel van dat perceel vanwege hun ouders te hebben geerfd naast Jenneken dochter van Jan Michiels als weduwe van Jan Hendricks van Kempen vanweg het testament van genoemde Yken en hebben verklaard gerechtelijk in bezit te zijn gesteld van het stuk land in aanwezigheid van de getuigen en hebben van de heg staande langs dat land wat hout afgekapt. Aldus opgemaakt. Ondertekend: Jan Janssen Spierincks, Hendrick Hendrick van der Merendonck, quod attestor A. Grahame notaris.

197 Vandaag op 11 september 1653 heb ik ondergetekende notaris met de getuigen Jan Geerts den Meulder en Huijbert Laurens op verzoek van Jenneken dochter van Jan Michiels als weduwe van Jan Hendrick van Kempen, mij vervoegd te St. Michielsgestel tegenover de windmolen daar op zeker stuk akkerland afkomstig van Iken dochter van Michiel Rutten, welk perceel Jenneken als requirante had geerfd na dood van genoemde Iken Michiels zijnde haar tante. Ze had mij gevraagd om dat perceel gerechtelijk weer in bezit te krijgen en daarom heb ik notaris deze Jenneken gerechtelijk haar dat bezit toegewezen. Jenneken verklaart nog dat ze eigenaresse is van wat hout in de heg daar langs dat land wat is omgekapt. Aldus ondertekend: dit merk + is van Jan Geraerts de Mulder, dit merk is van + Huibert Laurenssen, quod attestor A. Grahame notaris.

78 Ik ondertekende notaris heb mij met Antonis Thonissen en Peter Gijsberts van Oorschot als getuigen op 12 april 1649 op verzoek van Mathijs Claessen en diens broer Hendrick en van hun zwager Hendrick Geerts van Hannen begeven naar een weiland gelegen in Den Dungen afkomstig van heer Adriaen Spierincks en hen gerechtelijk in bezit gesteld van dat perceel en als zekerheid hebben de requiranten voor hun vierde deel ten overstaan van mij notaris daar een poot geplant. Op de zelfde dag heb ik mij met Antonis Tonissen en Hendrick Seberts als getuigen begeven op een perceel land in de Dorensteegde in Den Dungen en heb de requiranten op hun verzoek in bezit gesteld voor het vierde deel van dat perceel en als zekerheid hebben de requiranten daar een poot geplant. Nog heb ik mij notaris begeven op een akker te St. Michielsgestel nabij de Gestelse molen met Antonis Tonissen en met Gerardt Kolen en heb hen gerechtelijk in bezit gesteld van die akker en als zekerheid hebben de requiranten daar dat perceel met een paard geegd. Aldus geschied en verklaar ik Alexander Grahame. Ondertekend: A. Grahame notaris.

76 Vandaag heb ik mij notaris met de getuigen Hendrick Goijaerts van Kempen en Peter Jan Delissen ter instantie van Mathijs zoon Jan Mathijs Spierincks die is gemachtigd zijn vader Jan Mathijs Spierincks, mij begeven op 10 april 1649 op een stuk akkerland gelegen aan de heide nabij de Gestelse molen eigendom van wijlen heer Adriaen Spierincks en deze Mathijs en zijn vader hebben zich in bezit gesteld van dat perceel en tot zekerheid van deze eigendom heeft Mathijs Janssen 3 voren op het land laten omploegen. Vandaaruit heb ik mij begeven naar een stuk land onder Den Dungen in de Dorensteegde ook afkomstig van heer Adriaen Spierincks, en heb ik dat perceel aan Mathijs Janssen in aanwezigheid van Claes Wouters van Schijndel en Adriaen Henrik peters als *laat*(huurder) gerechtelijk in bezit gesteld en daarom heeft Mathijs Janssen op dat perceel 3 elzepoten geplant in aanwezigheid van mij notaris. Daarna heb ik mij notaris met deze Niclaes Wouters en Adriaen Hendricks begeven naar een weiland ook afkomstig van deze heer Adriaen Spierincks en heb ik Mathijs gerechtelijk in bezit gesteld van het perceel en Mathijs heeft in mijn aanwezigheid 3 poten geplant. Aldus verklaar ik, A. Grahame notaris.