Notaris-, schepen- en andere akten

826 Jan van Asdonck, weduwnaar van Hermke Vos, die is overleden met achterlating van twee minderjarige kinderen, terwijl Jan nu hertrouwd is met Marie van den Bos, aan de ene kant en Petrus van der Asdonck en Huijbert Jacobs Vos als mombers aan de andere kant, gaan over tot uitkoop. Alle roerende goederen, zoals huisraad, inboedel, de looikuip, de leer-voorraad, en getaxeerd op 303 gulden, mag Jan houden. Hij moet ook de lopende schulden van 75 gulden en de hypotheek van 100 gulden op het huis betalen. Als de kinderen volwassen zijn dan krijgen ze ieder 64 gulden. Ze krijgen ook het zilverwerk van hun moeder, bestaande uit een boek met zilveren klampen, 6 zilveren knopen, een zilveren haarijzerke, een zilveren haak, drie zilveren gespen.

791 Tijs Jacob Celen en zijn zus Jenneke hebben voor 100 gulden Marcelis Jacob Celen en zijn vrouw Jenneke Tonisen uitgekocht uit de nalatenschap van hun vader en moeder, Jacob Celen en Jenneke Tijssen. Op dezelfde akte stond: De uitkoop tussen Tijss en Jenneke Jacob Celen aan de ene kant en Hendrick Hendrix aan de andere kant, van de erfenis van zijn stiefvader Jacob Celen, voor een som van 33 gulden.

741 Jan Willem Vissers, weduwnaar van Derriske Rutten van Mil, en Anna van Ham, zijn tegenwoordige huisvrouw, aan de ene kant en Willem Rutten van Mil, oom en momber van de minderjarige Rutt Jan Vissers aan de andere kant, gaan over tot uitkoop van de roerende goederen van moeder. Jan Willem Vissers behoudt het eigendom en betaalt daarvoor 250 gulden aan de minderjarige. Er is echter ook een schuld van 2312 gulden, waarvan de helft ook voor de minderjarige zoon is. Jan neemt daar een groter deel van op zijn rekening, zodat er nog 900 gulden schuld voor de minderjarige overblijft. De onroerende goederen worden pas later verdeeld en bestaan uit: huis en hof te Overlangel, groot 2,5 morgen, met 4 akkers bouwland op den Ouden Dijk; een weikamp genaamd den Regenacker, groot 10 hont; een derde deel in de Leege Veering; een derde deel van den dries, bestaande uit bouwland; een zesde deel in de Paddepoel; land in den Heeghacker te Loon; een morgen uiterdijk te Keent, genaamd de Kuijlen.

684 De mombers van de twee minderjarige kinderen van Marcelis Wouter Cocken, verwekt bij Clara Tonis IJsebrants, met namen Wouter en Jenneke Marcelis Cocken, aan de ene kant en Clara Tonis, geassisteerd door haar tweede man Gerit Schetter, momber, aan de andere kant, besluiten tot uitkoop in plaats van bewijs van de vaderlijke goederen. De kinderen krijgen 350 gulden zodra ze volwassen worden. En de kinderen krijgen een redelijke opvoeding en betaling van alle schulden. Onderpand is het huis en hof te Schaijk, naast Tonis Verbruggen. Tonis IJsebrants en IJsebrant Tonis zijn borgen.