Notaris-, schepen- en andere akten

185 Inkomsten van de beurs gefundeerd door Heer Gerit Alen te Tilborch :
Bastiaen Adriaen Hermans gelt van twee hondert gulden capitaels x gl.
Adriaen Pauwels Adriaens in capitael 175
Peter Adriaen Peter Daniels in capitael 200 gl.
Aert Langens in capitael 100 gl.
Jan de Wit tot Goirl 50 gl.
Cornelis Robbert Jan Toten in capitael penningen 125 gl.
Henrick Janssen de Smit in capitael penningen 50 gl.
Maijken Cornelis Jan Heijligers in capitael penningen 50 gl.
Claes Henricx van de Graeff nu sijn erffgenaemen 50 gl.
accordeert met eijgen handt van Heer Jacob van de Graef geschreven mij notario wel bekent
quod attestor Char: de Roij notarius publicus

153 De gelders van de fundatie van Hr. Godefridus de Cobeick worden hierin opgesomd te weten:
de kinderen van Iken Tijssen van Taterbeeck een mud rogge tegenwoordig geldt het Anthonij Gerits Gruithensen [dubieus]; Aert Thomas tot Strijp xv lopensen rogge; Joost Hendricxss. Bastiaens tot Woensel xv lopensen rogge; Gisbeert Jans te Strijp 1 mudde; de kinderen van Paulus Gijsberts te Zeelst 1 mudde; Jan Jacobs te [tot] Meervelt 1 mudde; de kinderen van Jan Hendrix te Zeelst 1 mudde, Hendrick Goirt Joosten en Lijsken zijn zuster te Strijp 1 mudde; Herbert Corstiaenss. en Aert zijn broer te Winteroij [= Wintelre] 1 mudde; Jenneken Thomas te Gestel bij Eindhoven 2 mudden; de kinderen van Cornelis Lamberts te Woensel 2 mudden; nog een drieske dat is een ‘weijdeveldeken’ omtrent 40 roeden groot gelegen binnen Zeelst omtrent voor 3 gl. verhuurd – geschreven uit de mond van Corstaien Aerts Gysselen den 24 maart 1651 – Florentius Schuijl

86 Inkomsten der beurs gefundeerd door wijlen Hadewijch Jan Goossens of Marie Luiten [in 320 Leyten] fundatrice – met potlood bijgeschreven: Adriana de Kort [dubieus] heeft de fundatie - Jan Jan Aert Ceelen 1/3 van 14 lopensen reductie rogge 1-8, Jan Henrick Anthonis Biekens 1/3 in 14 lopensen reductie rogge 1-8, Claes Hendricks van Diessen 1/3 in 14 lopensen reductie rogge 1-8-0, Hendrick Adriaen Pluijm de ½ van 22 lopensen rogge xi lopensen, Cornelis Hendrick Willems de andere helft van 22 lopensen is 11 lopensen, Adriaen Peter Fiers een losrente van 5 gl., de weduwe Willem Corn. Maes een losrente van 6 gl., Jan Peter Sebreghs en Jacob Gerrit Peters verklaren de heffers te zijn van genoemde beurzen in naam van hun respectievelijke zonen der bloedvrienden der fundatrice der genoemde beurs en de collateurs de heer deken van Hilvarenbeek en in absentie van de pastoor van Beek en nog is een der collateurs de oudste schepen van Hilvarenbeek – dit extract concordeert met het origineel – notaris in Den Haag 11 november 1650 en links staat: Lauris Schilders, Peter Laureis Cools, Wouter Aert Andries en H.Hyssels [of Ghyssels?] secretaris.

51 Overzicht van het inkomen van de beurs gefundeerd door wijlen Hr. Jan Goossens :
Aert Hendrick Colen iiii gl., Cornelis Jan Lenaerts en kinderen te Riel zoals Jan Segers kinderen vii gl., Jasper Jans Haesenberghe te Riel xii gl. en zijn borg is Adriaen Jan Willemss. van Heusden ook te Riel, Lijntjes weduwe van Wouter Leenen met Aert Jan Bosmans haar broer vii gl. x st., Jan Jan Aert Celen met de kinderen Jan Aert Hermans xxxv st., de weduwe Peter Adriaen Gisberts en Peter haar zoon viii gl., idem iii gl. iij st. Corstaien Nicolaes Martens van de Sande vii gl. x st., Sebastiaen Jan SChoofs vii gl. x st. – totaal lviii gl. viij st. – accodeert met het origineel ondertekend door drie schepenen en secretaris van Hilverenbeeck geaffimeert in ’s-Gravenhage 11 november 1650 Beeckman notarius publicus – in de marge zijn de persoonsnamen maar half leesbaar ondertekend door H.Hijssels secretaris [dubieus].