Notaris-, schepen- en andere akten

108 Verpachting
Te Liempde van voorgras, voor mevrouw de weduwe van Lanschot, te 's-Hertogenbosch, Albertus van den Berk, en anderen, te Liempde, montant f 722,25.

104 Verpachting
Te Boxtel van hooiland, voor Johannes Franciscus van Leeuwen, Albert van Roosmalen, te Esch, Maria Theresia Kuijpers, weduwe van Meerwijk, Nathalie Gast en Jacobus Maas, te 's-Hertogenbosch, Hendrik Hermanus Roelofs Heijrmans, te Rotterdam, Adrianus Lips, te Breda, Jan van der Hagen, te Schijndel, Antonie Francis Smits, te Den Dungen, Hendrikus van Lieshout, Martinus van Zeeland, en anderen, allen te Boxel, montant f 4.620,25.

755 Henrick Willem Ruestenberchs belooft op onderpand van zijn persoon en bezit om aan Andries Willems (hij is secretaris van Boxtel) ten behoeve van de heer van Boxtel, die steeds op St. Andriesdag 3 jaar lang, het weggeld van de heer van Boxtel te betalen, zijnde 26 rijnsguldens , elke gulden van 20 stuivers, verder 2 pond greijns, 2 pond gingebers (gember), 2 pond rumpen (rompen=nootmuskaat) en een vierde pond soffer van Oort, en de eerste termijn zal zijn St. Andriesdag a.s. over een jaar. Verder zal hij alle andere voorwaardes nakomen zoals de cedullen d.d. 1502 vermelden toen hij het weggeld heeft gepacht gehad. Verder zal hij op St. Maartensdag voor schepenen een man aanwijzen, inwoner van Boxtel, die borg voor hem zal staan.(in marge : hetgeen hij gedaan heeft zijnde Henrick Ruelens). Getuigen Dirck de Visser en Willem Andriessen, datum 3 oktober. (1502)

80 Wij, schepenen van Boxtel verklaren plechtig dat voor ons is verschenen Pauwels Gerit Coppens en heeft aan de schout gevraagd dat de schepenen zouden worden gevraagd om navraag te doen over zijn rechten. Daarop heeft Pauwels Gerits Coppens aan de heer rentmeester (Willem Brant) gevraagd * hoe staan de zaken met Meeus Zuetricks en mijzelf?* en dat de rentmeester daarop heeft gezegd : *ja ik heb U wel gehoord en ik weet wel waar gij heen wilt, ik heb van Meeus Zuetricks 15 rijnsguldens ontvangen en ik ben daarmee tevreden als gij Pauwels mij nog 3 gulden zult betalen en dan zal ik U kwijting geven vanwege de smaltiende*. Verder heeft Henrick Dircks als schepen verklaard dat hij de rentmeester heeft horen zeggen dat heer Jan van Lijemdt, priester en eerder rentmeester van de heer van Boxtel destijds, deze smaltiende aan Pauwels had verpacht en waarbij Willem Brant nu de rentmeester zijnde, dat niet had gedaan. Verder verklaren Dierck de Visser, Gerit Coppens en Peter van de Loo als schepenen van Boxtel dat ze Willem Brant als tegenwoordig rentmeester van de heer van Boxtel, hebben horen zeggen dat hij ... deze Gerit Coppens voor die pacht van de smaltiende zal kiezen en niemand anders. Datum 27 juni (1495).