Mijn Studiezaal (inloggen)9.327 Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.327)
19 Een katerntje met diverse onderscheiden documenten. Voor de schepenen van het dorp Heesch onder het kwartier Maasland is verschenen Steijns Peterss., weliswaar ziekelijk, maar verstand en geheugen bleken nog goed te zijn. Hij laat zijn testament opmaken en legateert daarin het volgende: 200 gl. 10 st. aan zijn naaste vrienden en erfgenamen en aan Peter zijn natuurlijke zoon, verwekt bij Meriken Gerits tegenwoordig weduwe van Dierck Cornelis Ariens. Ook 250 gl. aan genoemde Peter vanwege zijn langdurige trouwe dienst. Een zekere Metgen Rutten was de eerste vrouw van Steijn. Het huis ligt onder de parochie Heesch ‘in Brockhock’. Metgen was aan de pastoor van Haren in het graafschap Megen 100 gl. schuldig. Een Heesken weduwe van Dierck Joosten is erfgename van Metgen Rutten. Getuigen zijn de schepenen Cornelis Meeussen en Jan Bogaerts en de secretaris P.Roelofsen van Wijck – 18 mei 1654. * Accoord tussen Steijn Peterss. en Hilleken zijn huidige huisvrouw, waarin o.a. wordt verklaard dat zijn natuurlijke zoon Peter tegenwoordig ten hunnen huize woont in het dorp Heesch. Dat ook de voorzoon van Hilleken nl. Hendrick Diercx zal profiteren van hun nalatenschap, zoals ook de broer van Hendrik genaamd Jacob Diercx, die intussen is gehuwd met Aelken de dochter van Rom Bastiaenssen. Ze krijgen ieder een paard, twee koeien, en voorts ieder de helft in allerlei huisraad. Als Peter zou trouwen krijgt hij twee stukken land mogen gebruiken ‘aen de Wijst’, een stuk ‘aen de Lantweer’. Ze krijgen ook ieder een zijde spek. Getuigen zijn de schepenen Jacob Jacobs en Joost Roeloffs – 26 april 1659. * Verklaring van de raad en rentmeester generaal dat hem ter ore is gekomen dat te Heesch ongeveer 6 weken geleden is komen te verongelukken en is overleden Peter de natuurlijke zoon van Steijn Peterss., buitenechtelijk verwekt bij Meeriken Geerit Driesen de nicht van Steijn.
Vervolg:
Een zekere Willem Jacob de Langhe zou zich eigenmachtig over de inboedel van Peter ontfermt hebben en kan beboet worden voor 60 gouden realen. Eenzelfde boete geldt voor Hendrick Dirckssone van de weduwe van Steijns Peterss. De deurwaarder wordt gelast de nalatenschap te inventariseren van de overledene, bij de secretaris het testament te lichten dat Steijns heeft laten opstellen en de raad en rentmeester wil hiervan een authentieke kopie hebben – ’s-Hertogenbosch 24 april 1663. * Opdracht aan de deurwaarder zich te vervoegen bij Hendriksken Willem Jacobs weduwe van wijlen Peter natuurlijke zoon van wijlen Stijns Peters wonende te Heesch – 1 mei 1663. * Authorisatie voor deurwaarder Johan van Noorden om te sommeren Willem Jacobs de Lange tot betaling van de 60 gouden realen en om de nalatenschap van genoemde overleden Peter te inventariseren – 9 mei 1663. * Een overzicht van de inventaris van de nagelaten goederen van Peter Steijns Peters en diens vrouw bekend gemaakt door Willem Jacobs de Langhe in presentie van Jan Leunissen vorster te Heesch en Lambert Somers – 10 mei 1663. * Inventaris die ten huize van Stijn Peters en zijn vrouw Hilleken is aangetroffen en bij Hendriksken de weduwe van Peter – 18 november 1664. * Verklaring inzake het tochtrecht van Hilleken na het overlijden van Peter – ongedateerd. * Een memorie van de volledige inventaris. Voor inzicht in de materiële cultuur van deze familie een interessant stuk – ongedateerd.
Persoon in schepenakte:
Willem Jacob de Langhe
Willem Jacobs de Lange
Willem Jacobs de Langhe
Dierck Cornelis Ariens
Hendriksken Willem Jacobs
Peter Peters
Roelofsen van Wijck
Johan van Noorden
Meriken Gerits
Metgen Rutten
Een Heesken
Dierck Joosten
Cornelis Meeussen
Jan Bogaerts
Hendrick Diercx
Jacob Diercx
Jacob Jacobs
Joost Roeloffs
Hendrick Dirckssone
Jan Leunissen
Lambert Somers
Stijn Peters
Rom Bastiaenssen
Datering:
1659-1664
Plaats:
Heesch
Toegangsnummer:
9
Inventarisnummer:
Bron:
Domeinen
Geografische namen:
9.46 Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.46)
9.46 Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.46)
9.46 Raad en Rentmeester-Generaal Domeinen (9.46)
514 Brief aan de regenten van Heesch in Maasland met de mededeling dat een zekere Teunis van den Bogaart aldaar bij zijn hof en werf grond heeft ingegraven waar altijd al veel passage is geweest en waarover geen houtschat is betaald. Men voert een inspectie uit.