Notaris-, schepen- en andere akten

456 (deel van een brief)
In alle bedenckelijcke voorspoet nog veele jaare te sien flooreeren, welck teffens het prinsipaelste voorwerp van mijn gebeede sijn, op dat nog lange jaaren den troost mag geraeken van welgeboren mijn teergeliefde papa te mooge behoude in welck opreghte verlange .. heb met alle onderdanigheijt te sijn. Uw welgeboren onderdaenige dogter en dinaresse, M.A. van Duren.
Teer geliefde papa. Soeterbeek den 1e van ’t jaar 88.

409 Compareerd voor mij ondergeschreven schepen van Maesland, lande van Ravenstein, Hermanus van der Sand en Elisabeth Reijs, echteluijdens woonachtig tot Deursen den welken ontlasten ofte nemen over tot haeren lasten, alsulke hondert guldens staende aen de pastorie tot Ravenstein als stonden volgens scheijdonge en deijlonge tot laste van Antonij van der Borgt ende Helena van der Sand in leven echtelieden, modo haare dogter getrouwt met Joannes Wouters van der Winkel, van welk gemelde capitael beloven comparante jaarlijx de intresse te sullen betalen tot er tijd en wijle het gemelde sal worden op gekondigt. Verders tot voldoeninge soo van capitaal als intresse verbinde comparante hare persoonen en goederen, gereede en ongereede, hebbende ende verkrijgende en in teken van waerheijd hebben comparante dit neffens schepen ondertekent. Deursen den 15de maij 1776. (getekend) Hermanus van der Sandt; Elisabet Reijs; Joannes Elemans, schepen.

82 Gerichtelicke vercoopinge voor Burgemeester van Deursen, de anno 1679
contra Jan Heijmerich Heeskens Deursen 13 apri 1680
Naer gedaene pandinge, slijtinge ende uitrickinge, ook verleende ende gepubliceerde vercoopdagh, mede naer kercke veijlinge, presenteren de burgemeesters van Deursen de anno 1679, met name Hendrick Arts van den Reijacker, ende Jan Gijsgens, publiquelick voor alle man te vercoopen het pandt van Jan Hendrick Heeskens, omme daeraen te verhaelen den verschuldigen onraet van jaers voorschreven, m**cherende ter somme van 65: gl 15 ST: sijnde al reets vanwegens Jacob Celissen 3 morgen 3 hondt afgetrocken waarop allegeert Jan Hijmericx, volgens dorps reekeninge de anno 1657, dat hem alnoch competeren 25 gulden 19 stuiver ter goede rekening, hiertegens seggende voorschreven burgemeesters dat dese pretensie haer niet aen te gaen, dat Jan Heijmerich sijn actie behoirlick kan institueren. Alsoo dat presente schepenen verstaen, dat op heden met de vercooping sall vortgevaeren worden, ende Jan Heijmerich kan sijne actie behoirlick institueren. Burgemeestgers leggen haere pretensie hiervoor in , ende is bij uijtbrannender kersse aen deselve verbleven, alsoo dattet vonnis wijsde, bij aldijen binnen behoirlicken tijt niet en werde verplocht, dat alsdan sall vortgevaeren worden naar costuijme locaal. Ravenstein 13 april 1680 Getekent: Peter Peters schepen; Jan Wolters schepen; Th: Baum landschrijver.

82 Geurt Megens en zijn vrouw Cathlijn Arts, wonende te Deursen, herroepen al hun eerdere testamenten, met name het testament van Geurt met zijn eerste vrouw Heijtje. Ze legateren aan Aert en Peter Jansen, neven van de testatrice, en bij vooroverlijden aan hun kinderen, hun land op de Koolwijk, genaamd Heijne Hoeven, met het dwarsakkertje. In ruil daarvoor zullen Aert en Peter een bekwaam huis op het land moeten timmeren, waar de testateuren hun leven lang gratis in mogen blijven wonen. Verder maken ze een testament op de langstlevende. Na de dood van de langstlevende gaat de erfenis in twee helften naar de naasten van beide kanten.