Notaris-, schepen- en andere akten

245 Jan Anthonis Henskens eerst weduwnaar Adriaantje Sijmons, wonend te Helvoirt verklaart dat hij schuldig is aan zijn oudste zoon uit eerste huwelijk, Cornelis Jansen Henskens, bedrag van 20 gulden. Ook zijn tweede zoon uit dit huwelijk is hij 20 gulden schuldig. De bedragen verkrijgen zijn twee zoons direct na zijn overlijden. De zoons gaan akkoord en ondertekenen mede deze schuldbekentenis.

152 Geertruijd Cornelis Aarts weduwe Adriaan Peters van Broeckhoven verklaart haar zoon Jan Adriaans van Broeckhoven bedrag van 201 gulden en 4 stuivers, 5½ zak rogge en 3 zakken boekweit schuldig te zijn als beloning van gedane diensten in haar huishouding, vanwege uitgaven door haar zoon gedaan harentwille en vanwege derving van inkomsten door haar uit landerijen te Udenhout aan de Schoorstraet die in het bezit zijn van haar zoon. Het geldbedrag en de zakken graan zullen na haar dood aan haar zoon worden betaald.

106 Jan Willems van Roussel is de gewezen gebruiker van hoeve die gelegen is aan het Gessels Heijke te Helvoirt. Hij wordt gedaagd door eigenaresse van deze hoeve Anna Backers weduwe Peter Bosch en ingezetene van ’s-Hertogenbosch. Jan Willem verklaart al het koren te velde op voornoemde hoeve en wel rogge, boekweit, haver en gerst over te dragen aan voornoemde weduwe ter aflossing van de pachtschulden maar ook ter betaling van openstaande lands- en dorpsbelastingen. Met instemming van weduwe wordt land opgedeeld in 26 percelen en koren op deze percelen publiekelijk verkocht. De opbrengst van de verkoop wordt geïnd door de secretaris van de schepenbank. Jan Willems van Roussel bekent aan de weduwe schuldig te zijn 17 zakken rogge (per zak 6 gulden), 7 zakken boekweit (per zak 4 gulden) en geldbedrag van 64 gulden. Daarbij komt een bedrag van 13 gulden, 2 stuivers en 8 penningen voor dakstro. De betalingen dienen te geschieden voor Maria Lichtmis 1740.

81 Guiljam van Heeswijck, molenaar te Vught stelt zich ten overstaan van de schepenbank van Helvoirt, schuldenaar principaal met als borg perceel weidegrond te Helvoirt aan het Kerckenhuijs belendend Jan Gijsberth Heesters en weduwe Jan Adriaans Schuermans. De bekentenis betreft jaarlijkse lasten van twee percelen moergrond, die Van Heeswijck van plan is uit te turven, beide in Kerckenbroeck te Helvoirt. Het een perceel is iets groter dan 12de deel van een beemd en andere perceel is helft van moerveld in de Vogelsangh. Het laatste perceel is in het bezit gekomen van Van Heeswijck via zijn vrouw, de dochter van wijlen Willem Corstiaensen Brocken.