skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Notaris-, schepen- en andere akten

Notaris-, schepen- en andere akten

Met "Notaris-, schepen- en andere akten" zoek je in een groeiend aantal samenvattingen van akten van notarissen en schepenbanken in het noordoosten van Brabant. En bovendien in de akten van diverse andere instellingen met betrekking tot Brabant (Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen, Leen- en Tolkamer, Raad van State en Staten-Generaal). Alle akten betreffen de periode van de 15e t/m de 19e eeuw.

Van veel akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je meestal gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

Wil je weten welke bronnen al beschikbaar zijn, nieuw of in bewerking? Bekijk dan het complete overzicht. Wat zit er in? >

Veel samenvattingen zijn gemaakt door onderzoekers en vrijwilligers, die hun bestanden ook aan ons hebben gegeven. Zo zijn deze voor veel mensen makkelijk te vinden. Heb je ook bestanden die je via onze website wilt delen? Leuk! Neem dan contact met ons op: info@bhic.nl

> Meer info over notariële archieven

> Algemene hulp en zoektips

beacon
34  notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
 
 
 
 
Schepenakte
96 Willem Frederik van Breda vorster en gerechtsbode te Erp, gerechtelijk door schepenen geciteerd om getuigenis afteleggen ter instantie en requisitie vanwege het comité (Rijksdag) de Marine residerende te Den Haag, verklaard onder ede zich op 12 juli 1796 naar de marktdag in Aarle heeft begeven, en heeft onderweg ontmoet den Commies J.J. Wickel wonende te Erp, die zij, dat hij ook naar de markt in Aarle ging. Toen zij te Aarle waren aangekomen in het huis van den burger Petit aldaar gehoord, gezien en ondervonden hebben, onder andere, dat den Commies Wickel den Commies Walkert aldaar aantrof en na een kleine samenspraak aan Walkert vroeg, kom willen wij nu de markt eens opgaan, Walkert zei toen dat deze markt niet veel was en dat hij dacht dat er lieden om een paspoort bij hem zouden komen enz. en vervolgens het samen goedvonden, dat Wickel het werk wel alleen zou gaan verrichten. Wickel vroeg aan mij of ik met hem meeging naar de markt want ik weet niet eens waar het is. Op de markt vroeg den Commies aan de kooplieden, die met hun kraam op de markt stonden, toon mij Uw paspoort eens, sommige die er een hadden, vertoonden dat ook, waarvoor de Commies 2 stuivers ontving. Ook waren er kooplieden die vertelde dat ze er wel een hadden, maar dat de vrouw, dochter of zoon het in hun zak hadden en de markt waren opgegaan, zij zouden wanneer ze terug waren, het ten huize van Petit aan de Commiessen laten zien. Ook waren er die geen paspoort hadden, zij zouden er een bij Walkert gaan halen. Dat onder het verrichten van dit werk een man met een vlek in zijn aangezicht zich noemende Drosard van Helmond, den Commies al verschillende kramen gevolgd had, zeggende tegen de kooplieden “wat bent gij luij gek, het is immers Uw eigen goed” sommige antwoorden van, Ja, maar dat dit het gebruik was.
Vervolg:
Waarop den Drosard zei “als het Uw eigen goed is hebt gij geen paspoort nodig, want het is een vrije markt” en hij tegen de Commies zei “gij doet slecht, dat gij de mensen hier op een vrije markt naar hun paspoort vraagt en geld afvordert” dit werd ook ondersteunt door Adriaan Koppens Lands Schoolmeester te Beek en Donk. Waarop de Commies Wickel aan den Drost vroeg, wie bent of wis zijt gij, dat gij mij hier in mijn functie komt storen, waarop den Drost zei, dat zal ik U wel zeggen, maar toon mij eerst eens Uw akten dat gij Commies bent. Waarop de Commies zei, komt met mij in dat huis dan toon ik het U. Dat er door dat heftige gesprek veel volk was samen gekomen dat begon te morren, waarop de comparant begreep dat de Commies gevaar liep, en tegen het volk zei, neemt den Commies dat toch niet kwalijk, die man doet zijn noodzakelijke plicht. Toen de Commies en den Drosard weer naar buiten kwamen en weer onder het volk en kooplieden waren, zei de Commies, nu zal ik heden op de markt niet meer om paspoorten vragen, omdat den Drost mij in mijn functie dupeert, daarop antwoorden den Drost, ik zal je wel krijgen, want ik zal morgen aan de Conventie schrijven en als gij lust hebt om aan te slaan, dan staan de hoedenmakers van Helmond op, ik verzeker U, dat die zonder paspoort naar huijs zullen gaan, daar kunt gij dan aankomen. Waarop de Commies antwoorden ik zal wel weten wat ik te doen heb. De Commies en ik zijn toen samen naar het huis van Petit gegaan en heeft de Commies Wickel aan de Commies Walkert vier dubbeltjes overgeteld, die hij zei, van paspoorten ontvangen te hebben, waarop Walkert zei, wel nu, ik zal het geen ik ontvangen heb bijleggen en drinken het samen op, zoals dat ook geschieden.
Persoon in schepenakte:
Willem Frederik van Breda  
Adriaan Schoolmeester  
J.J. Wickel  
Datering:
14-10-1796
Pagina:
444-448
Soort akte:
Ondervraging
Plaats:
Erp
Toegangsnummer:
7690
Inventarisnummer:
83
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
95 Verhoor van Jacob Smits 32 jaar oud en inwoner van Aarle, die door de vorster te Erp is gearresteerd. Er wordt gevraagd of hij Peter van Brussel Drossard van Helmond en de Commies der licenten genaamd J.J. Wickel wonende te Erp kent, antwoord; Ja. Of dat hij op 12 juli van dit jaar op de jaarmarkt van Aarle is geweest en daar van Brussel heeft gezien, antwoord met, Ja. En wat de Commies van Erp Wickel daar werkelijk zei. Hij verklaard gehoord te hebben dat den Commies Wickel aan een oude kleerverkoper genaamd Verspeegen wonende te Eindhoven, om zijn paspoort vroeg, en verklaard verder dat zover hij weet niemand op de markt iets misdaan heeft, ook niet aan genoemde van Brussel, maar wel heeft gehoord dat de Commies tegen van Brussel zei, Heer gij hebt mij al lang vervolgt en in mijn functie gehinderd, wat bent gij voor een man, gelieve mij Uw naam eens op te geven, waarop van Brussel antwoorden, als gij Uw akte vertoont, dan zal ik zeggen wie ik ben, en onder vele woordenwisselingen tegen den Commies zei, ik zal U wel krijgen, dat gij op een vrije markt om paspoorten vraagt, daarover zal ik mij aan de Conventie adresseren. Jacob Smits verklaard dat den Commies zover hij weet niemand op de markt brutaal heeft aangesproken. Ook heeft hij gezien dat er veel volk bij kwam staan. En dat hij heeft gehoord dat W.F. van Breda tegen het volk zei, dat de Commies niet iemand was om in verdriet te brengen. Hij heeft gezien dat den Commies en van Brussel van de markt zijn gegaan en in het huis van Wilhelmus Ceelen zijn binnengegaan en ook gezien heeft dat Adriaan Coppens schoolmeester te Beek bij genoemd geval present was. Tot zover zijn verklaringen en legt de eed af.
Persoon in schepenakte:
Peter van Brussel  
Jacob Smits  
Wilhelmus Ceelen  
Adriaan Coppens  
J.J. Wickel  
W.F. van Breda  
Datering:
14-10-1796
Pagina:
438-443
Soort akte:
Ondervraging
Plaats:
Erp
Toegangsnummer:
7690
Inventarisnummer:
83
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
17 Verzoek aan de schepenen van Erp wegens Anna Louwisa Mackar weduwe van Johannes Baselaar en Dina van den Heselaar bejaarde ongehuwde dochter beide wonende te ’s-Hertogenbosch, het onder ede verhoren van Juffrouw Cornelia van Litt 68 jaar oud wonende te Uden. Zij is door de vorster van Erp gerechtelijk gearresteerd om getuigenis af te leggen. Zij verklaard dat zij geboren is te ’s-Hertogenbosch in de z.g. Hinthammer Ende en daar circa 60 jaar heeft gewoond. Gevraagd wordt of zij gekend en omgang heeft gehad met nu wijlen Godefriedus Spierings en zijn huisvrouw Anna Cornelia van Velp, zij verklaard buren te zijn geweest die tegenover haar woonachtig waren en verklaard met Anna Cornelia van Velp wel 50 jaar omgang en particuliere kennis heeft gehad. Gevraagd wordt of zij aldaar gekend heeft Antonij van Velp, zij verklaard toen zij jong was hem gekend heeft als vader van Anna Cornelia van Velp en getrouwd was met een Johanna, haar bijnaam weet zij niet. Gevraagd wordt of zij weet dat Antonij een broer had Andries genaamd, welke gewoond heeft op de Schapenmarkt te ’s-Hertogenbosch, zij verklaard die niet te kennen. Wel dat hij twee zusters had genaamd Mechel en Johanna en dat Anna Cornelia wel een zuster had genaamd Antonetta en een broer Johannes. Ook wordt er gevraagd of zij weet of gehoord heeft dat nu wijlen Anna Cornelia van Velp en Godefridus Spierings dat de genoemde Anna Cornelia van Velp familie was van Baselaars en Heselaars, zij verklaard dat gehoord te hebben dat zij familie van elkaar waren. Gevraagd wordt of zij daar dikwijls ten huize heeft gezien nu wijlen Johannes Baselaar een klein teder menneke van beroep vrouwe kleermaker en daar aangesproken werd met cosijn of cosijntje, haar antwoord is; Ja. Gevraagd wordt of zij daar ook heeft horen spreken van neef en nicht Heselaars; antwoord, Ja. Zij heeft deze verklaring onder ede gedaan.
Persoon in schepenakte:
Cornelia van Litt  
Anna Cornelia van Velp  
Anna Louwisa Mackar  
Dina van den Heselaar  
Antonij van Velp  
Johannes Baselaar  
Godefriedus Spierings  
Anna Cornelia  
Godefridus Spierings  
Datering:
27-11-1793
Pagina:
82-90
Soort akte:
Ondervraging
Plaats:
Erp
Toegangsnummer:
7690
Inventarisnummer:
83
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
180 Jan van Riet, richterbode en Hendrik van der Asdonck, oud omtrent 40 jaar ondervragen ter requisitie van Balthasar Repelaer, hoofdschout van het kwartier van Peelland op 28-2-1723 ten huize van van Riet, Lambert en Peter, zonen van Dilis van der Linden; Jan Nelissen en Peter Janssen van de Leest. Zij vroegen of Lambert Dilis van der Linden niet tegen Peter Janssen zei: Gij zult mij ‘n kan jenever geven of gij zult tegen mij vechten, waarop werd geantwoord: Zo volg mij, dan kunnen we dat buiten uitvechten; en of ze niet hebben gezien, dat Lamberts’ broer Peter mede zijn mes had getrokken en in Peter Janssen zijn arm sneden; en of ze niet hadden gezien, dat ook Jan Nelissen zijn mes trok en zich in gevecht mengde.
Persoon in schepenakte:
Peter Janssen van de Leest  
Lambert Dilis van der Linden  
Jan van Riet  
Hendrik van der Asdonck  
Dilis van der Linden  
Balthasar Repelaer  
Jan Nelissen  
Peter Janssen  
Datering:
5-3-1723
Pagina:
355-356
Soort akte:
Ondervraging
Plaats:
Erp
Toegangsnummer:
7690
Inventarisnummer:
71
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen: