Notaris-, schepen- en andere akten

376 Joncker Lambert Milling van Gerwen, 'woonende binnen de heerlyckheyt Dinter', stelt zich borg voor Joncker Jacob Aelbert Prouning voor een kapitaal van 1200 gulden te betalen aan Heylwig van Beugen binnen Shertogenbossche, 'ende dat tot ontlastinge van Dirck Dirx, Jan Tonis Olislagers en Dielis Willems, de kinderen van Jan Tonie Tibos en Symon Jan Symons, 'welcke panden daer mede daer ander verhypotiseert zijn'. Joncker Prouning belooft zijn borg 'costeloos ende schadeloos' te houden, en stelt 'tot ontlastinge van synne borge tot synen behoeve seeckere huijs, hoff ende aengelegen lant, gelegen tot Vechel int Dorshoudt, soo ende gelyck tselve in coop is vercregen by den voorschreven Joncker Prouning met alnoch een acker teulants gelegen aent Eerdt, rontsomme in de gemeyntte, met noch een camp gelegen aen Cruijsbroers Hove, om by den voorschreven cautionaris daer synne garande op te connen nemen'. 'Mits sal den voorschreven Joncker Prouning genietten ende profyteren het jaerlyckse inkomen ende pensioen van de voorschreven erve ende gehypotiseerde Campen'.
Getuigen: Peter van Valderen en Gerit Penninckx, schepenen

305 Dirck Handrick Jan Dirckx en Jan Tonis van Bercheijck stellen zich borg voor bovenstaande verkoop van 'lants' door Ariaen Hendrickx Smidts aan Peter Daendels van der Wiel.
Getuigen: G. Roeffs en Peter van Valderen, schepenen

188 Joncker Jacob Aelbert Proening stelt zich borg voor de 9 gulden die Pouwels Gijsbers Ploechen in bewaring heeft gegeven aan de schepenen van Veghel, zijnde de rente voor een jaar 'soo hij meijnde, die ten behoeve Hendrick Hendrick Roefs, woonende tot Uden, hem bij schepenen vonisse sijn toegewesen, verclaert den voorschreven Roeffs de selve penninge te lichten als sijn eijgen, gelooft sijne borge costeloos ende schadeloos te indemneeren'.
Getuigen: G. Roeffs en Adriaen Handricx Smits, schepenen

82 Wielm Henrick Peters Verdussen stelt zich borg 'dat op eene hellichtt van eenen seckre acker tuelants vercocht bij Goyertt Janssen Vloijmants ende gelegen tott Vechel op Crytenborgh ende gecocht bij Jan Michgiell Doncker, volgens de veste daer van alhier gepasseert' op 03-11-1667, 'niett meer en is vuyttgaende als eene chijns van seven stuyvers jaerlijcx an den rentmeester Battem, ofte de geenen daer toe gerecht sijnde volgens de erffdeijlinge daer van sijnde mett sijne mede condividenten'. Getuigen: G. Roeffs en Jan Roelofs van Kilsdonck