Van onroerend goed te Heesch en Nistelrode, ten verzoeke van Willem Keijzers te Berchem, als gemachtigde van 1. Gerardus van Hinthum te Heesch, voor zich en als voogd over Peter en Berdina Hendriks, 2. Hermanus van den Hoogen te Oss, en 3. Antoon Hendriks te Oss, als toeziende voogd over genoemde minderjarigen. [zie ook akte 261]
Van onroerend goed te Haren, ten verzoeke van Willem Keijzers te Berchem, als gemachtigde van 1. Geert van Outforst te Haren, 2. Jan van Outforst te Berchem, in eigen naam en als toeziende voogd over na te noemen minderjarigen, 3. Piet van de Wetering te Haren, als gehuwd met Maria van Outforst, 4. Francis van Outforst te Haren, en 5. Johanna Hoefnagels weduwe Marianus van Outforst te Haren, voor haar en als moeder voogdes over a. Johannes - en b. Piet van Outforst.
Van onroerend goed te Escharen, ten verzoeke van Willem Keijzers te Berchem, als gemachtigde van Martinus van den Broek te Gemert, eerste hypothecaire schuldeisher van Antoon Engels en Regina Reijnen te Escharen, krachtens het beding bedoeld bij artikel 1223 van het Burgerlijk Wetboek. [zie ook akte 257]
Van onroerend goed te Berchem, ten verzoeke van Willem Keijzers te Berchem, als gemachtigde van 1. Arie Manders, 2. Peter Manders, 3. Leonardus Manders, 4. Jacobus Manders, 5. Marcelis Manders allen te Berchem, 6. Martinus Christianus Gosen te Macharen, en 7. Gerardus Franciscus Gosen te Oss.