Notaris-, schepen- en andere akten

839 Voor de schepenen van Vught zijn verschenen Jan Driessen en Johan Creijten. Zij verklaren van de rectoirs van de H. Geest te 's-Hertogenbosch het verzoek te hebben gekregen om een Zandberg genaamd de Conijnsberg te storten in een wiel gelegen in de Vughtse akkers. Hiermede vragen ze aan de schepenen van Vught om toestemming omdat de grond tot de gemeente Vught behoort. Deze toestemming wordt bij deze gegeven. Dit is een los ingevoegd vel.

1 Compareerden voor haren scheepenen ondergenoemt Cornelis Zoetens Vorster tot St Michielsgestel, dewelcke ter requisitie van Gijsbert Carsmans in qualiteijt als rentmeester van sijn hoogvoorstelijke doorligtigheijd den heere prince van Sultzbache heere van St Michielsgestel en Gemonde sc.sc. verclaarde en attesteerde waar en waaragtigh te weesen, dat hij attestant in de maand van augustus 1727 ter requisitie van de heer Francois de Roulie woonagtigh tot St Michielsgestel voorschreven, heeft gepubliceert een gesegelt papier, inhoudende, soo veel den attestant nogh in geheugen heeft, dat den voornoemde heer Francois de Roulie was gepermitteert om te jaagen soo langh de saake niet getermineert was, en welk gesegelt papier was onderteekent voorschreven, verclaarende wijders den attestant niet precies te connen melden van den completen inhoud vant voornoemde gesegelt papier, om redenen, dat soo val hij attestant die publicatie gedaan had, den knegt van den gemelde heer Roulie ’t selve papier van hem te zegge vorderden, gelijk hij attestant het selve aen den voornoemde knegt oock als doen restitueerden, sonder dat geaffigeert te hebben, gevende voor redenen van welweetenschap als in den tekst ien heeft den comparant naar praelectuure van dien daar bij gepersiseert en ’t gene voornoemd is met solemnelen eede in handen van gecommitteerde des heeren officiers ten overstaan van de ondergeschreven scheepenen affgelegt en bevestight, soo waerlijk mogte hem god almachtigh helpen. Getuigen waaren hier over de heeren mr. Marten Cornelis van Beresteijn en Hendrick van Eijndhoven scheepenen in Vugt die dese neffens mij ondergeschrevene gesubstitueert secretaris behoorlijk hebben ondertekent gedaen en gepasseert tot Vugt op den 11 september 1728. H.v. Eijndhoven. M.C. v. Beresteijn. Mij present D.Ragaij.

1 Regenten van Vught schrijven een brief naar de edelmogende heren van de Raad van Staten der Verenigde Nederlanden waarin zij verklaren dat het pastoriehuis te Vught bij het aanleggen te hoog is gebouwd, zodat er na harde windvlagen en stormen veel ongemakken en reparaties nodig zijn, met de mogelijkheid van volledig instorten en gevaar voor de inwoners. Zij verzoeken om het dak te vervangen door 2 kleine daken met in het midden een loden goot. Kosten worden door een timmerman uit ’s-Hertogenbosch begroot op f 750,--. Tevens dienen zij een verzoek in om een steenweg aan te leggen door Vught naar Boxtel en de weg van Helvoirt hierop aan te sluiten. Hiervoor is een bedrag van omtrent f 400,-- nodig. Regenten willen hiervoor enkele percelen land en heide publiek verkopen om een bedrag van tussen f 1.100,-- en f 1.200,-- te kunnen gebruiken. De brief is op 10-10-1741 ter hand gesteld van de rentmeester der Domeinen en daarna op 13-03-1742 naar de Raad van State gestuurd. Toestemming wordt verleend op 25-04-1742 en bekrachtigd op 10-05-1742.

77 Autorisatie Eindhoven 04-02-1806. Vermelde personen: Henricus Gruijthuijzen te Eindhoven; Hendrina Verouden te Eindhoven (Overleden); Anthonie Gruijthuijzen; Elizabeth Gruijthuijzen; Matthijs Gruijthuijzen te Eindhoven; C. van Heck.