Notaris-, schepen- en andere akten

154 Jan Janssen Ijsebrants, getrouwd geweest met Catharina Cleijnen, weduwe van Laurens van Duren, had volgens de huwelijkse voorwaarden en andere gemaakt akkoorden recht op het derde gedeelte van alle gekochte goederen. Hij sluit een akkoord met de voorkinderen van Catharina. Jan krijgt twee akkers bouwland, genaamd den Langenberg; nog de helft van de Cluijtkamp, zijnde een weiland te Overlangel, ongedeeld met de kinderen van Jacob Arts; nog het vierde gedeelte in den Geerkamp, een weiland te Overlangel. Jan zal dan verder afzien van alle aanspraken. Mombers zijn Leonard van Duren en Jan Cleijnen.

151 Willem in de Wint en zijn vrouw Marie Blaij sluiten een akkoord met hun wederzijdse voorkinderen, in aanwezigheid van Aert Willems in de Windt en Jan Thomas Smit, mombers aan de ene kant en Jacob Arts van Lelievelt en Hendrick van den Bogert, mombers aan de andere kant. Beide echtelieden behouden de goederen die zij in dit huwelijke hebben ingebracht. De roerende goederen zullen gezamelijk worden gebruikt. De twee voorkinderen van Willem in de Windt krijgen 50 gulden na het overlijden van de echtelieden en nog de helft van 59 gulden die geleend waren aan Ruth Blaijen en nog de helft van 25 gulden die geleend waren aan Willem Princen. Het huis en hof op den Coolwijck dat door Willem in de Windt gekocht is van Marie Blaij, zal aan de kant van Marie blijven; alleen de 50 gulden die Willem al had aanbetaald, zal worden teruggegeven naar zijn kant. Een eventuele schuld van Mariken Thonissen, voordochter van Thonis Arts van Lelievelt, komt ten laste van de kant van Marie Blaij.

146 Jenneke Meulendijck, laatst weduwe van Jan Ijsebrants, geassisteerd door Thonis de Haen en Gijsbert de Haen, sluit een overeenkomst met de kinderen van Jan Ijsebrants, met namen Ijsebrant Janssen voor zichzelf en als bloedmomber van het minderjarige kind, genaamd Aelke Janssen van Helmont, verwekt bij wijlen Aelken Janssen Ijsebrans, naast Andries van de Steen, gekozen momber, omdat de beste vader Jan van Helmont ziek op bed ligt, verder met Jan Janssen Ijsebrants, Hendrick Jan Frederix, getrouwd met Peternel Janssen Ijsebrants, over de nalatenschap van wijlen Jan Ijsebrants en Jenneke Meulendijck. Hun testament van 19-08-1694 komt hiermee te vervallen. De vier kinderen zullen na de dood van Jenneke Meulendijck 100 gulden betalen aan de erfgenamen van wijlen Heijlke Meulendijck, 25 gulden aan de Armen van Herpen, 25 gulden aan de kerk van Herpen, en 25 gulden voor zielmissen en 25 gulden voor een jaargetijde aan de pastoor van Herpen. Het vierde deel in Cremisen acker is nog bij leven van Jan Ijsebrants voor 50 gulden verkocht ten behoeve van zijn vrouw. Verder krijgt Jenneke een schuldbekentenis van 25 gulden uitgezet bij Rudt Jan Frederix en een van 25 gulden uitgezet bij Lijsbeth weduwe Hendrick Vissers. Verder krijgt ze nog 100 gulden uitgezet bij Lijsbeth, weduwe Hendrick Vissers. De vier kinderen krijgen 100 gulden uitgezet bij de gemeente van Herpen en 100 gulden uitgezet bij Willem Janssen Wever. Verder staat er nog 25 gulden uit bij Arien Peter Handriks, waarvan de weduwe 1/3 deel krijgt en de kinderen 2/3 deel. Jenneke Meulendijck, de stiefmoeder van de kinderen, mag zo lang zij leeft de voorkamer in het sterfhuis gebruiken en zij mag daar een schoorsteen in laten maken. Ook mag ze de helft van de groentetuin gebruiken. Ieder kwartaal moeten de kinderen 5 rijksdaalders betalen aan Jenneke. Jenneke mag het bed en toebehoren houden en de beste koe.

95 Hermen Linders en zijn vrouw Jenneke Derx van Berckel, sluiten in het bijzijn van de schepenen een akkoord met Steven Wiggers van Duren en Elis Derx van Berckel als wettige bloedmombers van het minderjarige kind van wijlen Laurens Wiggers van Duren en bovengenoemde Jenneke Derx van Berckel. Hermen en Jenneke dienen het kind netjes op te voeden. Als het kind meerderjarig wordt, dan krijgt het een koe van 30 gulden of een geldbedrag van 30 gulden en nog een bed met toebehoren of 12 gulden, 1 malder boekweit en 1 malder rogge, een paar slaaplakens, twee tinnen borden, en 250 gulden in kontanten.