Notaris-, schepen- en andere akten

105 Rapport met een serie declaraties waaronder die van Andries Corsten van Aelst, Jan van Geldrop, Frans Houtwassers en Gijsbert Spiering inwoners en oud-schepenen van Sint Michielsgestel op en jegens Cornelis Mol borgemeester en verpondingsbeurder te Boxtel voor een som van 235:10:0; van Crijn Hendrik Teunis en Hendrik Coninx te Oss op en jegens Petrus van Oudenhoven notaris te ’s-Hertogenbosch als borg voor de regenten van Maren voor een som van 289:2:0; procureur Lissant op en jegens Johan de Rijk 135:4:0; Johan Visschers deurwaarder der gemene middelen te ’s-Hertogenbosch op en jegens de regenten en borgemeesters van Maren voor 110:12:0; procureur Pieter Bloteling op en jegens de borgemeesters van Oss van 1699 een bedrag van 72:3:0; procureur Pieter Bloteling op en jegens Matthieu de Vlaming gewezen drossaard van Berlicum en Middelrode 41:6:6; mr. Bartholomeus van Leeuwen op en jegens de schepenen en regenten van Boxtel 101:13:0; Hendrik de Rijp secretaris van de stad Helmond op en jegens Isaac Roverius notaris en klerk ter griffie te ’s-Hertogenbosch 351:14:0; procureur Willem van Strijp jegens het stadsbestuur van Helmond 385:7:0; - zie ook folio 2274 verso

121 Bericht van de bierbrouwers te ’s-Hertogenbosch als admodiateurs van de impost op de bieren op een rekest van schepenen en borgemeesters van de voornaamste ingelanden en geërfden van Berlicum over de grotere afstand dan 1 ½ uur

20 Missive van rentmeester Tengnagel inhoudende dat de raad en rentmeester generaal der domeinen te ’s-Hertogenbosch aan hem heeft laten insinueren de bijgevoegde akte van insinuatie met protest, mitsgaders daarbij gevoegd de akte van schouwvoering over een zekere brug gelegen aan het Coudewaterklooster onder Rosmalen en dat in de akte van insinuatie pretenselijk staat vermeld dat de reparatie en het onderhoud van die brug ten laste zou komen van rentmeester Tengnagel als raad en rentmeester der episcopale en andere geestelijke goederen over stad en meierij van ’s-Hertogenbosch en geeft aan dat volgens hem, na onderzoek, is duidelijk geworden dat reparatie en onderhoud van ten laste zou komen van de erfgenamen van wijlen Herman Cremers als koper van het genoemde convent, mede verwijzend naar een bepaald akkoord van 23 april 1483 dat aan de missive is toegevoegd, waaruit hem is gebleken dat de abdis van het convent van Coudewater daartoe ten eeuwigen dagen geobligeerd en verbonden, als ook van de naburen van Berlicum en Rosmalen daarvoor penningen genoten heeft en ten andere dat bij de verkoopconditie van genoemd klooster op 12 januari 1713 onder extract, ook aan de missive toegevoegd, uitdrukkelijk als voorwaarde is gesteld dat de kopers zouden moeten onderhouden alle stegen, wegen, schouwen en al wat deze goederen van rechtswege zijn gehouden te doen en dat hij het tot zijn plicht geoordeeld heeft de genoemde documenten aan de Ed: Mo: door te sturen om daarop hun bevelen af te wachten; kopie van missive en bijlagen wordt toegestuurd aan de raad en rentmeester generaal der domeinen met een verzoek de akte van insinuatie te alten toekomen aan de erfgenamen Cremers als kopers van genoemd convent

137 WEDEROPBOUW. De bestuurders in ingezetenen van de dorpen Vught, Rosmalen, Berlicum, Esch, Gestel verzoeken middels een request om vrij van licenten vanuit de stad Den Bosch allerhande noordts of ander timmerhout, kal, hollandse steen en materialen tot wederopbouw van hun huizen te mogen vervoeren de komende 3 halve jaren - advies van de Raad is negatief vanwege de consequenties van dit verzoek.