Notaris-, schepen- en andere akten

198 Heer borgemeester van Alphen aan de Maaskant over een verklaring van Jan Celen uit het dorp Lithoijen betreffende zijn zoon die 3 à 4 jaren geleden is uitverkozen voor een beurs van Hr. Hendrick de Graef geboortig van Alphen ten behoeve van zijn naaste vrienden en de bekwaamste; soo ist dat ick oordelende niet redelycker te sijn als correspondentie, niet hebbe willen naer laeten, omme den last van den Hooghm: Heeren der Staeten Generael ten vollen te voldoen UE in minne af te vraegen off UE uit kracht der fundatie des voors. beurse sulx alleen vermooght te doen, aengesijen ick verstae dat noch seecker geestelyck persoon onder de Meijerije van ’sHertogenbossche met UE de medegifte heeft, ick twijffele niet oft UE sult mij hierin geerne onderrichtinghe te doen aen ….. het niet strecken kan tot verminderingh van UE recht ende UE niet meer als recht ic soudt willen; UE siet uit dit bijgaende dat sulcx mijn ampt ende last van den hooghste overheit ic hier volgende verseeckere ick mijn dat UE beleefder sult sijn als dat UE de onderrechtinghe me vriendtschap mij niet doudt ter handt stellen, die UE doch met recht gehouden soudt sijn mij over te leveren; ondersaeten van eene regeringhe moeten niet tegen een loopen maer malkanderen met liefde ende toegenegentheit bejegenen – De gansche saecke sal blijcken uit de fundatie die ick met brenger deses sal verwachten - Eijndigende blijve UE Heeren uwen dienstwilligen Florentius Schuijl

65 Leonard Swildens als last en procuratie hebbend van vrouwe Maria Anna Fetmenger weduwe van Meester Christoffel Molenegraaf Juijn gepasseerd voor notaris J. Verster de Balbian te ’s-Hertogenbosch 16-8-1777 die verklaart uit handen van J. de Leeuw als curator over de boedel van wijlen Peter Baijens te hebben ontvangen 56 gulden tot voldoening van 100 gulden en 3 jaar achterstallige rente, volgens schepenbrieven van 21-6-1742; idem compareert Hendrik Jacob van den Heuvel die verklaart te hebben ontvangen van curator 280 gulden tot voldoening van 500 gulden en helft van 3 jaar rente volgens schepenbrieven van 8-3-1751; idem compareert Uwe de Loijer als gelaste van gezamenlijke erfgenamen van wijlen Dirk van den Elze volgens procuratie van Oss 5-7-1779, die verklaart van curator te hebben ontvangen 186 gulden en 5 stuivers in mindering van som van 400 gulden volgens schuldbrief van 17-6-1776 en tot slot Jan Soetens als gelaste van Jan van Vugt (die erfgenaam was van Maria van Vugt gewezen huishoudster en dienstmaagd van wijlen Peter Baijens) ingevolge procuratie voor notaris Couwenberg te Den Dungen van 22-12-1777 die verklaart van Jan de Leeuw te hebben ontvangen 24 gulden en 10 stuivers in voldoening van 14 jaar huur. Comparanten verklaren te kwiteren en niet verder te eisen.

44 Registratie van akte opgemaakt te Alphen 02-09-1784. Catharina van den Bogaart weduwe Gerit Vos wil gaan hertrouwen met Francis van Voort en gaat eerst over tot scheiding en deling van de goederen tussen haar en haar twee minderjarige kinderen, met name Bardijn en Willemijn Vos. Francis en Willem Vos zijn momboiren over voornoemde kinderen. Comparanten hebben ten overstaan van J. Sterk schout van Alphen een akkoord gesloten. Zij hebben de staat van de boedel opgemaakt. Het betreft een slecht huisje en wat meubelen in de kerspel Alphen in het ambt tussen Maas en Waal. De waarde is nihil.

42 Registratie van de akte opgemaakt te Megen van 20-05-1785, waarin vermeld wordt dat Jan Francis van Teeffelen en Derk van Teeffelen, beiden wonend te Teeffelen, graafschap Megen, de wettige momboiren zijn over minderjarige kinderen van wijlen Peter Janze Baaijens en Theodora van Teeffelen, gewoond en overleden te Megen. In verband met de nagelaten goederen onder Lithoijen.