Notaris-, schepen- en andere akten

35 Missive van Philip Jacob van Borssele raad en rentmeester generaal der domeinen op de rekesten van de regenten van Lieshout, Someren, Veghel, Erp, Heeze en Leende, Zes Gehuchten, alle in kwartier Peelland als ook van de regenten van Lommel in Kempenland, als ook Haaren in kwartier Oisterwijk, welke stukken zijn doorgestuurd naar thesaurier generaal Hop

66 Uitvoerige beschouwing of discussie n.a.v. een missive van de Kempenaer rentmeester der geestelijke goederen over het al of niet betalen van tol wegens het vervoer van de gebarste klokken en klokspijs van de dorpen van Breugel, Stiphout en Veghel naar Someren en het retour van de gegoten klokken. Men verwijst hierbij naar artikel 1 van de ordonnantie van de verpachte landtol, waar staat dat ‘niemant sig sal mogen vervorderen eenige goederen te scheep ofte te waagen te laeden, om van de eene stad of plaats in de andere gevoert te worden, sonder dezelve eerst alvorens op het comptoir van den landthol aangegeven en de geregtigheijt betaalt te hebben’. In artikel 15 wordt gesproken over ‘de vrijheijt van ’s landsmaterialen, vivres, artillerie, amunitie van oorlog’. Dit artikel zou niet van toepassing zijn op klokken of klokspijs die het land verplicht is te laten maken uit hoofde van de geestelijke tienden, want die zijn nooit vrijgesteld geweest van tol. De betreffende functionarissen wordt om nadere informatie gevraagd en hierin komen de nodige details aan de orde.

Visitatie en schouw binnen het kwartier van Peelland waarin genoemd worden Deurne, Vlierden, Someren, Lierop, Helmond, Rixtel, Beek, Erp, Veghel, Dinther, Heeswijk, Middelrode en Berlicum

83 Missive van de rentmeester der geestelijke goederen van Peelland de Kempenaar aan haar Ho: Mo: voorstellende dat hij bij resolutie van de Raad van State van de 5e juli was geautoriseerd om de gezuiverde klokspijs overgebleven van de klokken gesmolten door de brand in de Veghelse toren ontstaan door onweer op de 14e februari voor het aandeel dat het land daarin had naar Someren te laten transporteren om daarvan door klokgieter Alexius Petit een andere tiendklok te laten gieten; ook stelt hij voor de gebarsten tiendklokken van Breugel en Stiphout naar Someren te vervoeren en voorts, uit naam van de regenten van Sint Oedenrode en Veghel aan haar Ho: Mo: kennis te geven dat geen een gebarsten gemeenteklok endeze, het overige gedeelte der voornoemde gesmolten klokspijs, ten einde om daarvoor twee nieuwe gemeenteklokken te bekomen eveneens naar Someren te transporteren en verzoekt om behoorlijke paspoorten ivm dit transport.