Notaris-, schepen- en andere akten

1142 ‘Op huyden den XIten marci anno XVC LVIII hebben Jan Ariaen Jan Willemss ter eenre, ende Jan van Rosmael ter andere, gemangelt hen gedeelten behouwelyc dat Jan Ariaens vry sal wesen van den gelaecht tot Roey voer sy hoeft ende quyt van den brieffgelt’.
Getuigen: Peter Heymans en Jan van Tillair.

978 Mechtelt dochter wylen Ariaen h(eer) Loenis we(duw)e wylen Aernt Jacop Janssoon die Deckere met haar tegenwoordige man Ariaen Hanricxs, en Mathys soon wylen Jacop Janssoon die Deckere en Loenis Ariaen h(eer) Loeniss ‘curatoren ende mombaren gestelt inden testamente van Aernt Jacopss voirs(creven) hebben in eenre erffwisselinge tegen sekere andere erffenisse opgedragen ende overgegeven Peteren vanden Yseren soone wylen Jan Corstiaens een stucxken bemps genoemt die Mortel, soe groot dat gelegen is binnen der prochien van Vechel in die Moelen thiende by Hoech Middegael
- e.z.: Aelbert van Berkel
- a.z.: de erfgenamen van Aernt Jacopss
- e.e.: Willem Hanricx Dircxs
- a.e.: ‘opten omloep toebehoirende den erffgen(amen) v(oir)s(creven), scheydende op eenen grave aldair’

pete van den Yseren soone Jan Corstiaens heeft in deze ruil opgedragen aan Mechtelden dochter Ariaen h(eer) Loenis vander Horst we(duw)e wylen Aernt Jacopssoen voor het vruchtgebruik en aan haar kinderen verwekt door haar eerste man Aernden Jacopss voor het erfrecht ‘eenen plack erffs dair mitter missenstadt een schuer gestaen heeft ende nu ter tyt noch een huys op steet’, gelegen in die Hantfoertsche thiende
- e.z., a.z. en e.e.: Peters, de opdrager
- a.e.: ‘op die gemeyne straet’

Peter heeft ‘dese plack erffs’ verkregen van voornoemde Mechtelden en haar man Ariaen.
Getuigen: als boven.

857 Gerit soone wylen Jans Roever Segerss heeft als deel van een ruil opgedragen en overgegeven aan Herberden soone wylen Hanrick Hermans van Best de helft van ‘eenen huyse, hostat ende hoff’ met toebehoren, zoals in een vorige schepenbrief beschreven staat. Ook de helft van ‘eenen stuck lants’, groot omtrent 6 ‘loepensen’, zoals in een vorige brief beschreven staat. Gerit, de opdrager, had dit goed vandaag verkregen van Maryen dochter wylen Rom Hanricx Driessen.

Herbert soone wylen Hanricx Hermans van Best heeft als deel van deze ruil opgedragen en overgegeven aan Geritden soone wylen Jan Roever Segerssoon ‘een timmeragie van eenen huyse mitten erffenisse dair by ende aen ende daer toebehoirende’, gelegen aent Havelt in die Lancveltssche thiende, genoemd Aelberts eckere
- e.z.: Wouter Raessen
- a.z.: Seger Jan Roeverss

Hernert had deze ‘eckere’ verkregen van h(eer) Willemen soone wylen Aerts van Beeck, ‘priestere’. ‘Met voorwaerden dat Herbert Hanricxs voirs(creven) alsulcken gedeelt van sess Ca(rolus) gulden als men jairlycx gilt Danelden Ariaen Danelssoon ende alsulcken gedeelt van vyftalven Ca(rolus) gulden van XX st(uyvers) tstuck als men jairlycx gilt Heylwigen der we(duw)en wylen Thys Gerit Thyss en haren kynderen als hem toegedeylt sal worden te gelden tusschen hem ende Geritden Jan Roeverss afleggen, lossen ende quyten sal’.
Getuigen: als boven.

195 Lambertus Vissers, landbouwer in de Willebrordushoek en gehuwd met Petronella van Hooft weduwe Johannes van de Ven heeft geruild met Martinus Vissers, landbouwer in de Kempkens weduwnaar van Anna Maria Venmans. Bouwland ter plaatse het Dubbelen in de Apenhoef sectie F 2046, 2047 tegen bouwland ter plaatse Willebrordushoek sectie F 2315, 2316.