Notaris-, schepen- en andere akten

184 Rutger Jacobus Hagens en zijn vrouw Maria Cornelia Stepraedt vesten aan Aletta Boll, weduwe rentmeester Ruijel een jaarlijkse rente van 90 gulden, losbaar met 1500 gulden, uit een hof genaamd den Elsbosch gelegen te Velp, met het daarop staande houtgewas, waarvan Gerrit Arts de tegenwoordige bouwman is. Rutger heeft deze hoff geërfd en bij dezelfde erfdeling verkreeg hij 1300 gulden ten laste van Casparus Hagens. Dit kapitaal wordt mede in onderpand gegeven.

175 Lt. Gisbert Cremers, gemachtigde van Joannes ter Poorten, van Boxmeer, is oom en momber van het weeskind van Gisbert Ter Poorten. Jan Heurnkens den ouden, oom en mede-momber is overleden. Jacomina Heurnkens, eerst weduwe Ter Poorten en nu onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met jonker Dierick van Wees, vest mede namens haar kind aan Michiel Withneij en zijn vrouw Cornelia Barten, hun vierde gedeelte in het weiland in de Reekse campen; hun aandeel in de heivelden, naast het Venne; hun portie in ’t Kempken voor het huis in de Drij Huijsen; hun portie in de Raakt. Koopsom is 340 gulden brabants, die tegen een rente van 4% schuldig wordt gebleven. Als de koopsom niet binnen 10 jaar wordt afbetaald, dan gaat het eigendom definitief naar de koper. In deze koopsom is een eerdere schuld van 250 gulden van Jacomina Hoornkens met als momber Johan Heurnkens senior aan juffrouw Barten al verwerkt (gepasseerd op 22-03-1676).

159 Juffrouw Isabella de Wermont, weduwe van de heer advocaat Blomarts, geassisteerd door Hermen Lambers haar momber in deze, vest aan Nicolaes Krebber, rentmeester op Tongeler, een rente van 600 Caroli guldens tegen 6 %, uit de helft van de Steegsen hoff te Velp. Afgelost op 07-10-1686.

158 Derick de Quaij vest aan de cornet Johan Adolph van Rijphenbergh en Magdalena van Vucht een jaarlijkse rente van 62 gulden 18 stuivers, losbaar met 1258 gulden, uit huis en hof te Reek, met vier morgens bouwland daaraan gelegen, een zijde weduwe Jan de Quaij, andere zijde en eind de gemene straat, een eind Jan Gerit Dielissen. Nog uit twee weikampen, groot circa 6 morgens, de eerste genaamd den Halven Camp, met een zijde weduwe van der Gheest, andere zijde kinderen Hendrick de Quaij, een eind de groote wettering, andere eind Maximiliaen Coebergh; de tweede genaamd het Hoochhout, naast de dijk, andere zijde kinderen Hendrick de Quaij en Jan Gerrits, een eind Maximiliaen Coebergh, andere eind Jan van Stippent.