Mijn Studiezaal (inloggen)825.106 Bewerking van 825.106 (825.106)
168 Reekeeningh van ontfangst en uijtgaeve voor de onmondige kindere van Jan Bongaers.
(in potlood) 31 juni 1786
(in potlood) 31 juni 1786
1 gedigitaliseerd
825.106 Bewerking van 825.106 (825.106)
167 Den ontvangst hiervoor s. E.C.S. , 229-2-10.
Uijtgaeven E.C.S., 210-13-10.
Schiet over E.C.S., 18-9-0.
Waervan voor landschrijver en schepene, 3-12-0.
Hier bij als dan, 14-17-0.
Totael, 18-9-0.
Die door rendant aen zamentelijke kindere van J. Bongaers hiervoor vermelt moete voldaen worde.
Alles onder aprobatie van zijn HoogEdele Gestrenge, de heer erflanddrost (titul) van Bree, en onder reserve van ’t jene, dat door zijn Hoog Edele Gestrenge de heer Erflanddrost (titul) van Bree aen den rendant voor zijn ontfangst, uijtgaeve en bereekene deeses zal worden toegeleegt. Gedaen in dato Zelant, den 30 junij 1786, en dat ten overstaen van Jan van der Marck, getrowt met Marie Bongaers, versoekende van de reekening copie.
(getekend) Dirck Tone schepe; Joannes Peeters, schepe; L. van Duren, landschrijver.
Uijtgaeven E.C.S., 210-13-10.
Schiet over E.C.S., 18-9-0.
Waervan voor landschrijver en schepene, 3-12-0.
Hier bij als dan, 14-17-0.
Totael, 18-9-0.
Die door rendant aen zamentelijke kindere van J. Bongaers hiervoor vermelt moete voldaen worde.
Alles onder aprobatie van zijn HoogEdele Gestrenge, de heer erflanddrost (titul) van Bree, en onder reserve van ’t jene, dat door zijn Hoog Edele Gestrenge de heer Erflanddrost (titul) van Bree aen den rendant voor zijn ontfangst, uijtgaeve en bereekene deeses zal worden toegeleegt. Gedaen in dato Zelant, den 30 junij 1786, en dat ten overstaen van Jan van der Marck, getrowt met Marie Bongaers, versoekende van de reekening copie.
(getekend) Dirck Tone schepe; Joannes Peeters, schepe; L. van Duren, landschrijver.
1 gedigitaliseerd
825.106 Bewerking van 825.106 (825.106)
166 1779 den 11 februari heb ik en Hendrik van Roij, en Cornelis Tibosch betaalt de 5e part uijt de 900 gulden den pagt, 5-8-0.
Alsmede den zelfde dito de 5e part van de landerije pagt, 10-16-0.
(subtotaal) 16-4-0.
1ste blad 12-4-4
2e 14-5-4
3e 67-0-14
4e 30-5-2
5e 20-7-0
6e 31-4-10
bedragt 192-11-12
1779 den 20 februari aan de heer Erflanddrost voor ’t abroberen van de erfdeijling betaalt, 3-3-0.
(subtotaal) 195-14-12.
Nog van verdiende arbijt lon en verschotte tot cleedere, numero 2, 9-9-8.
Nog voor gaen en staen ten dienste van den onmondige volgens rekening numero 3, 6-0-0.
Totaal uijtgaeven: 210-13-10.
Alsmede den zelfde dito de 5e part van de landerije pagt, 10-16-0.
(subtotaal) 16-4-0.
1ste blad 12-4-4
2e 14-5-4
3e 67-0-14
4e 30-5-2
5e 20-7-0
6e 31-4-10
bedragt 192-11-12
1779 den 20 februari aan de heer Erflanddrost voor ’t abroberen van de erfdeijling betaalt, 3-3-0.
(subtotaal) 195-14-12.
Nog van verdiende arbijt lon en verschotte tot cleedere, numero 2, 9-9-8.
Nog voor gaen en staen ten dienste van den onmondige volgens rekening numero 3, 6-0-0.
Totaal uijtgaeven: 210-13-10.
1 gedigitaliseerd
825.106 Bewerking van 825.106 (825.106)
165 6.
1779, den 20 januari voor Marie gekogt 8 elle zarsij, de el tot 16 stuivers, 6-8-0.
Den zelfde dito 6 ½ elle linden laken gekogt voor Henricus voor nieuwe hembden, de el a 10, 3-5-0.
Den 7 februari aan Henricus sakgelt gegeven, 1-16-0.
Den 9 junij voor schepens jura betaelt, voor ’t teekenen van de erfdeijling, 0-12-0.
Den zelfde dito aan rigterbode voor ’t schrijven van de erffdeijling, 3-3-0.
Als mede van verteringe gedaan mit het deijlen, voor en nae het opseggen van de verpagte goederen, als ook mit het laten opseggen van ’t gelt, te zame verteerd en betaalt aan rigterbode, 3-13-0.
Den 11 februarij aan Cornelis Tibosch betaelt voor zijn 5e part van elsen pootsel verkogt, en eenen halven morgen groesland, (berekent sigh bedragt, 10-10-0) te zame, 12-7-10.
(subtotaal) 31-4-10.
1779, den 20 januari voor Marie gekogt 8 elle zarsij, de el tot 16 stuivers, 6-8-0.
Den zelfde dito 6 ½ elle linden laken gekogt voor Henricus voor nieuwe hembden, de el a 10, 3-5-0.
Den 7 februari aan Henricus sakgelt gegeven, 1-16-0.
Den 9 junij voor schepens jura betaelt, voor ’t teekenen van de erfdeijling, 0-12-0.
Den zelfde dito aan rigterbode voor ’t schrijven van de erffdeijling, 3-3-0.
Als mede van verteringe gedaan mit het deijlen, voor en nae het opseggen van de verpagte goederen, als ook mit het laten opseggen van ’t gelt, te zame verteerd en betaalt aan rigterbode, 3-13-0.
Den 11 februarij aan Cornelis Tibosch betaelt voor zijn 5e part van elsen pootsel verkogt, en eenen halven morgen groesland, (berekent sigh bedragt, 10-10-0) te zame, 12-7-10.
(subtotaal) 31-4-10.
1 gedigitaliseerd