Notaris-, schepen- en andere akten

96 Wij Willem Adams en Jan Janssen Spierincks, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Aert Gerrit Aerts van de Ven en Laureijns Jacobs als man van Jenneke dochter van Gerrit Aerts van de Ven en verklaren dat ze voor schepenen alhier op 14 mei 1659 een deling hebben gemaakt van het bezit van hun ouders. Zij verklaren dat Aert Gerrit Aerts middels een ruil de twee veldjes zal krijgen of een streep nieuw land, groot ca. 1 lopenzaad en 31 roedes, gelegen onder de jurisdictie van Schijndel, verder nog de opstand van een schuur, waarvoor hij jaarlijks 6 gulden zal betalen aan Jan Dircks volgens een obligatie die aflosbaar is met 100 gulden, Daar tegenover zal Laureijns Jacobs een stuk akkerland gaan bezitten genoemd de Kijfakker, groot 1 lopenzaad 28 roedes, gelegen in de jurisdictie van St. Michielsgestel aan het Heselaer. Beide comparanten doen afstand van hun eerdere bezit en beloven deze ruil gestand te doen. Actum 26 juli 1660.

15 Ruiling
van onroerende goederen onder Haaren, door Jan Cornelis van de Pas, landbouwer, en Marinus van Esch Johanneszoon, landbouwer, beiden wonend te Haaren.

57 Jan Martens van Hal draagt aan genoemde Peter in de vorm van een ruil een stuk land over gelegen te Hal, belendend Goeswijn van Hal, genoemde Peter zelf. Hij ruilt dat met een perceel onder Hal, belendend Michiel Heijlwigen van Hal, genoemde Jan. Ieder van hen zal hun perceel garanderen en alle lasten afhandelen, behoudens dat Peter aan Jan voortaan een pacht van een half lopen rogge zal gaan betalen, maat van Boxtel, steeds op Maria Lichtmisdag en onder Hal te leveren. Getuigen als voor, datum 23 maart. (1394)

120 Ruiling
tusschen Jan van den Oetelaar Hendrikuszoon en Hendrikus Laurenssen beiden te Schijndel.