Notaris-, schepen- en andere akten

62 Missive van L.J.B. Sweerts de Landas d’Oirschot halfheer der vrije heerlijkheid Oirschot inhoudende dat de eer hebbende met en benevens haar Ho: Mo: pro indiviso en dus te samen te zijn heren der gemelde heerlijkheid de vrijheid nam aan de Ho: Mo: voor te dragen dat op 11 maart 1664 door de gecommitteerden van haar Ho: Mo: en gecommitteerden van de toenmalige halfheer van Oirschot den Grave van Merode een reglement voor Oirschot is vastgesteld en ook door haar Ho: Mo: als soeverein was geapprobeerd; dat onder de regering aldaar behoorden twee kerkmeesters waarvan een moest worden aangesteld te Best en de andere te Oirschot aan den Kerkhoff; welke laatste ook de administratie der penningen rakende het inkomen der kerken had en welke somme binnen de drie jaren dat aldaar de kerkrekeningen werden opgenomen die soms wel een som van 2000 gl. bedroeg en dat dus notoir de gegoedheid van 500 gl. niet voldoende en te gering was; hij dient een verzoek in om art.3 van dat reglement te wijzigen. – zie ook folio 1044

30 Rekest van Mr. Pieter Beelaerts van Bloklandt inhoudende dat hem suppliant in kwaliteit als patroon van de vicarie door wijlen Margareta Beelaerts gefundeerd 5 maart 1507 op een altaar van St.Anna en bede in de capitulaire kerk te Oirschot het recht van de collatie der genoemde vicarie toekomt en hij suppliant die beneficies geconfereerd heeft op zijn zoon Gerard Beelaerts van Bloklandt en verzoekt nu oom brieven van confirmatie; een kopie wordt doorgestuurd naar de rentmeester der geestelijke goederen. – zie ook folio 538 waar ook sprake is van een Oda-altaar

22 Rekest van de regenten van de heerlijkheid Oirschot in kwartier Kempenland inhoudende dat de supplianten in juli 1775 zich gewend hebben in een rekest tot de Ho: Mo: daarbij voordragende dat zijn twee karren en paarden toebehorende aan inwoners van Liempde in kwartier Peelland hadden aangehouden met gestoken turf die ze van de Oirschotse grond hebben weggehaald waar een procedure op volgde. – zie ook folio 744 met een verwijzing naar een akte van 1465 over de koop van de vroente waarbij genoemd worden Ter Laak, Scheedijk, en Schatkuil met tevens een uitvoerige discussie over dit thema [3 ½ tekstkolom]

3 Rapport van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken over de conflicten tussen Oirschot en Liempde over hun vroente waarbij genoemd worden Wateringe, Vleutstraat, Biekershoek, Munnickenbeemd, Krombuender en Krombeemd met veel details [ruim 2 tekstkolommen en zie ook inv.nr.113].