Notaris-, schepen- en andere akten

74 Missive van generaal Cromstrom gouverneur van ’s-Hertogenbosch geschreven op de 18e inhoudende in substantie dat de superficiele openingen te maken in de dijk tussen de Engelse schans en Vlijmen met succes is begonnen en zonder uitstel in staat zullen zijn om het water te lossen tot behoud van die dijk, doch hij vreest dat de wateren van boven komende hen daar zullen overstelpen zoals in 1740 is geschied; dat de magistraat hem heeft voorgesteld enige regimenten te laten uittrekken, zijnde aldaar sterker garnizoen, als in het gemelde jaar wanneer alle straten behalve de Markt geïnundeerd waren zodat men op de zolder moest vluchten, dat zulks zonder order op zich niet heeft durven nemen; dat men zal zoeken de barakken op te proppen tot op de zolders, dat de burgers hun soldaten aldaar met fournitures moeten voorzien, dat de rest op de wal zal moeten kamperen, alsmede de paarden van de Hessische dragonders naar mate dat het water de stallen mocht komen te inunderen; voorts te kennen gevende dat bij ’s lands stallingen in de voorbije zomer zoveel mest is blijven liggen en er nu van de Hessische dragonders zoveel is bij gekomen, dat men niet weet op welke wijze die mest te ruimen, alzo de boeren met hun karren bij de troepen ingezet worden; waarop is gedelibereerd zijnde ‘is met kennisse van Sijn Hoogheijd goedgevonden en vertsaan, te rescriberen aan gem: gouverneur, dat, ingevalle hij meent gegronde redenen te hebben , dat [door] de hooge wateren de stad soude kunnen werden geïnundeert en dat door het sterke garnizoen in gevaar kunnen werden gebragt, hij de regimenten die ordre hebben van Sijn Hoogheijd om aan te rukken of eenige van de selve, de concert met den heere Prince Van Wolfenbuttel soude kunnen doen uytrukken, en so dat genoeg is, liever eenige troupes van het guarnisoen voor die tijd ten platte lande doen logeeren, als de selve aan het gevaar van het water exponeren;