Notaris-, schepen- en andere akten

27 Memorie van de advocaat fiscaal van Brabant Van Oldebarnevelt genaamd Witte Tullingh waarbij hij na narré van hetgeen aan Johan Lodewijk Winckel drossaard der heerlijkheid Nieuwkuijk op 7 oktober 1787 aldaar in officio is wedervaren bij gelegenheid van het calangeren van een boer in een boete van 30 st. in gevolge het brandreglement ter zake van het roken van een brandende pijp op welke de kool te gloeien lag en waarvan het gevolg is geweest dat dezelfde drossaard op een moorddadige wijze is mishandeld waar omtrent de advocaat fiscaal te Nieuwkuijk informatie heeft ingewonnen van waaruit hij overtuigd is geraakt van de gewelddadigheden die aldaar door ingezetenen zijn gepleegd maar hij had geen genoegzame bewijzen kunnen verzamelen over wie van de ingezetenen die mishandelingen aan de drossaard had aangedaan, maar de medische behandeling van de drossaard had 222-10-0 gekost welk bedrag door de regenten van Nieuwkuijk betaald zou moeten worden aan chirurgijn J.Bolsius met vermelding van een behoorlijke kwitantie in hun gemeenterekening onder de post der uitgaven.