Notaris-, schepen- en andere akten

205 Anthonis Hendricks van Sommeren verklaart aan Jan Hendricks de Brouwer zijn *stede* te hebben verhuurd, zijnde een huis, tuin, hofstad, akkerland, groes en weiland etc. gelegen te Boxtel in herdgang de Roondt. De huur loopt voor jaar en kan door elk der partijen na twee jaar worden beeindigd, mits er vooraf met Kerstmis is opgezegd. De huur van de tuin en het weiland gaat in per half maart, het akkerland stoppelbloot, alles in dit jaar 1657 en zo moet het ook weer worden achtergelaten. De huur bedraagt jaarlijks 27 gulden als voorlijf, verder 125 steen steen dakstroo, nog 50 pond boter de helft in mei en de andere helft in de spurrietijd, nog 100 eieren, een steen goed vlas, verder 3 mud en een zester leverbare rogge en 20 lopen boekweit. De huurder moet bij het verlaten de halve oogst achterlaten totdat de verpachter volledig is betaald, het koren om de andere hoop op te laden. Verder moet de huurder alle dorpslasten betalen zowel voor de brandschatting als verpondingen en het onderhoud van de schouw, de grondchijns etc. De huurder mag niet vlaggen in het pootsel (aanplant in het weiland maar wel in het veld aan de nieuwe brug. Partijen beloven elk deze overeenkomst zo na te komen. Datum .. augustus 1657, getuigen Antonie Vermeulen en Peter Janssen van de Sande als schepenen.