Notaris-, schepen- en andere akten

99 Johannes Jan Vos wonende te Heesch, redelijk gezond en bij verstand, maakt zijn testament. Hij herroept alle vorige testamenten. Hij prelegateert aan zijn zuster Maria Jan Vos of haar wettige erfgenamen, huis, hof en bakhuis met wat erbij hoort aan de Poel te Heesch, met aan de ene zijde de Pastorie, de andere zijde en een einde de Straat en het andere einde Tomas Cis van de Camp. Item een halve morgen in Balken hoef onder Lithoijen. Verder prelegateert hij aan zijn broer Leendert Jan Vos of zijn wettige erfgenamen, 2 akkers teulland in Rave hof, met aan de ene zijde Leendert Jan Vos, de andere zijde Johannes Verstegen, het ene einde Hendrik Neelen en het andere de weg. Item 5½ hond hooiland in het Rosmet onder Lithoijen. Verder prelegateert hij aan zijn zuster Maria of haar wettige erfgenamen zijn hele inboedel, geërft van zijn ouders. Verder wil hij dat zijn zuster Maria of haar wettige erfgenamen nog een jaar na het jaar van zijn overlijden alle profijten en inkomsten van zijn goederen zal hebben en mocht het gebeuren dat zijn zuster Maria zonder nakomelingen voor hem testateur zou overlijden, dat haar dan nog in leven zijnde man deze aan haar geprelegateerde goederen zijn leven lang in vruchtgebruik zal mogen houden en het jaarinkomen van zijn goederen in volle eigendom mag gebruiken indien hij testateur gedurende zijn leven bij hem tot zijn sterfdag toe inwoont. Verder benoemt hij tot universele erfgenaam in al zijn overige roerende en onroerende goederen, akten, credieten, zilver, goud, linnen, kleren enz. zijn broer Leendert Jan Vos en zijn zuster Maria Jan Vos of hun wettige erfgenamen, staaksgewijs bij vooroverlijden en dat de erfgenamen allen de kosten van zijn begrafenis, schulden en belastingen zullen voldoen.