Ten verzoeke van Jacobus van Grinsven, te Nuland, voor zich en als vader-voogd over Johannes -, Johanna Maria -, Catharina -, Petrus -, Johanna Maria Genoveva - en Hendrikus van Grinsven, in tegenwoordigheid van Roelof van Nistelrooij, te Rosmalen, als toeziende voogd; van den gemeenschappelijken boedel van Jacobus van Grinsven en wijlen zijne echtgenoote Hendrika van Nistelrooij.