Ten verzoeke van Justinus van den Hurk, te Heesch, voor zich en als vader voogd over: Cornelis -, Johannes - en Johanna van den Hurk, in tegenwoordigheid van Johannes van den Hurk, te Heesch, als toeziende voogd over genoemde minderjarigen; van de gemeenschappelijken boedel van den verzoeker en wijlen zijne echtgenoote Justina Leeijen.