Waarbij door partijen voorkomende onder nummer 173 van dit repertoire [ten verzoeke van Johannes Hendrikus van den Bergh te Demen, voor zich en als gemachtigde van Otto Fredericus Johannes van den Bergh te Beugen, Maria Ottonetta van den Bergh te Ravenstein, Johannes Baptista van den Bergh aldaar [te Ravenstein] en Henricus Philippus van den Bergh te Veghel.] is toegewezen aan: 1. Jan Vos te Heesch, hooiland te Lithoijen A 23, voor f 5.725,00, 2. Barend Arnold Romeijn te Lithoijen, weiland aldaar [te Lithoijen] A 512-514, voor f 6.675,00, 3. Willem Folkert Frijlinck te Lith, koopende voor Carel Marinus Frijlinck aldaar [te Lith], hooi of weiland aldaar [te Lith] A 782, voor f 11.390,00, 4. Jan Schouten te Lith, hooiland aldaar [te Lith] B 415, voor f 2.050,00, 5. Johannes School te Heesch, hooiland te Lith B 328, voor f 1.650,00, 6. Peter Willebrordus Maas te Berchem, hooiland te Nuland, A 270, voor f 750,00, en 7. Hendrikus van den Berg te Huisseling, 1/3 in een scheut tiend aldaar [te Huisseling] aan de oostzijde van den Raam met 1/3 in de Brultiend aldaar [te Huisseling], voor f 1.785,00.