Door Jacobus van Schaijk aan Leendert Leonardus Rokmans onder borgtocht van Emerius van Schaijk, Willem Megens en Jan Willem van den Hoogen, wonende allen te Berchem, van een huis en hof met aan gelegen land, staande en gelegen ter verrekening groot ongeveer 60 roeden, voor 4 jaren voor eerste huursjaren f52,50 en de overige jaren voor f73,50 jaarlijks
door Johannes van de Wiel wonende te Berchem van 5 percelen bouwland gelegen te Berchem voor 6 jaren jaarlijks voor f66,75
Ten verzoeken van Francis Waterlaat wonende te Heesch van 4 percelen land onder Heesch voor 3 jaren jaarlijks f 50,-
ten verzoeken van Jacob van de Poel, Peter Ploegmakers , Cornelis Leijen en Adriaan van Oort allen wonende te Heesch in hunne hoedanigheid van kerkmeesteren der Roomsch Catholijke Kerk te Heesch van 12 percelen landerijen onder Heesch gelegen voor zes jaren voor jaarlijks f 140,-