Notaris-, schepen- en andere akten

146 Jenneke Meulendijck, laatst weduwe van Jan Ijsebrants, geassisteerd door Thonis de Haen en Gijsbert de Haen, sluit een overeenkomst met de kinderen van Jan Ijsebrants, met namen Ijsebrant Janssen voor zichzelf en als bloedmomber van het minderjarige kind, genaamd Aelke Janssen van Helmont, verwekt bij wijlen Aelken Janssen Ijsebrans, naast Andries van de Steen, gekozen momber, omdat de beste vader Jan van Helmont ziek op bed ligt, verder met Jan Janssen Ijsebrants, Hendrick Jan Frederix, getrouwd met Peternel Janssen Ijsebrants, over de nalatenschap van wijlen Jan Ijsebrants en Jenneke Meulendijck. Hun testament van 19-08-1694 komt hiermee te vervallen. De vier kinderen zullen na de dood van Jenneke Meulendijck 100 gulden betalen aan de erfgenamen van wijlen Heijlke Meulendijck, 25 gulden aan de Armen van Herpen, 25 gulden aan de kerk van Herpen, en 25 gulden voor zielmissen en 25 gulden voor een jaargetijde aan de pastoor van Herpen. Het vierde deel in Cremisen acker is nog bij leven van Jan Ijsebrants voor 50 gulden verkocht ten behoeve van zijn vrouw. Verder krijgt Jenneke een schuldbekentenis van 25 gulden uitgezet bij Rudt Jan Frederix en een van 25 gulden uitgezet bij Lijsbeth weduwe Hendrick Vissers. Verder krijgt ze nog 100 gulden uitgezet bij Lijsbeth, weduwe Hendrick Vissers. De vier kinderen krijgen 100 gulden uitgezet bij de gemeente van Herpen en 100 gulden uitgezet bij Willem Janssen Wever. Verder staat er nog 25 gulden uit bij Arien Peter Handriks, waarvan de weduwe 1/3 deel krijgt en de kinderen 2/3 deel. Jenneke Meulendijck, de stiefmoeder van de kinderen, mag zo lang zij leeft de voorkamer in het sterfhuis gebruiken en zij mag daar een schoorsteen in laten maken. Ook mag ze de helft van de groentetuin gebruiken. Ieder kwartaal moeten de kinderen 5 rijksdaalders betalen aan Jenneke. Jenneke mag het bed en toebehoren houden en de beste koe.