Notaris-, schepen- en andere akten

150 Voor mij notaris en getuigen verscheen Peter Jacob Peters Schoenmakers die verklaard aan zijn zuster Marieken Jacob Peter schoenmakers de som van 52 gulden 4 stuivers schuldig te zijn vanwege geleend geld dat zij aan Peter in diens grote nood had gegeven, zijnde 1 gulden 16 stuivers als reisgeld toen hij in juni 1689 absent van zijn compagnie was en naar de Maaskant ging, 8 gulden betaald voor kleren die hij weer naar Maastricht nam toen hij naar zijn compagnie ging afgelopen juli, 2 gulden 2 stuivers als reisgeld toen meegegeven en nog 37 gulden en 16 stuivers op verzoek van genoemde Peter afgelopen november naar Nijmegen gezonden waarmee hij uit zijn zware gevangenschap is vrijgekomen. De schuldenaar belooft deze som van 52 gulden en 4 stuivers aan haar per heden datum over een jaar terug te betalen samen met een rente van 4 % waarvoor hij zijn persoon en bezit verbindt. Als hij dan niet betaalt zal de rente blijven doorlopen totdat er is afgelost. Hij machtigt N.N. om zich daarin vrijwillig te laten veroordelen bij niet-nakoming door schepenen van Den Bosch. Ook machtigt hij deze Meriken en haar andere zusters als die het huis erf etc. van hun vader willen verkopen inclusief het erfdeel daarin van genoemde Peter om daarmee zijn schuld aan Merike af te betalen. Aldus gepasseerd in Den Dungen 4 januari 1690 in aanwezigheid van Hendrick Jan Spierincks en Cornelis Aerts van Griensven als getuigen. Getekend : het merk van + Peter Jacob Peters, Hendrick Jan Spierincks, Cornelis Aerts van Griensven, mij present W. Mans, notaris.