Sr. Adriaen van Gent koopman in granen en sr. Adriaen van Waesbeeck eveneens koopman in granen beiden inwoners van de stad Den Bosch, verklaren op verzoek van Elisabeth Pellen weduwe van sr. Henrick Verhaer in zijn leven bakker in Bosch de waarde hebben geschat van de navolgende granen die deze heeft nagelaten, gelegen op de zolders van diens huis, verder het tarwemeel gelegen op de Buijdelzolder van diens huis staande op de hoek van de Zusters van Ortthenpoort in de Hinthemerstraat. Er is twee en een halve zak tarwemeel aangetroffen gewaardeerd op 17 gulden 10 stuivers, verder de a... (?) daarvan op het bordes van de trap nabij de genoemde Buijlsolder 30 schepels gemalen roggemeel aangetroffen gewaardeeerd op 33 gulden 15 stuivers waarvan de impost is verschuldigd. Verder zijn de comparanten nog op de eerste zolder geweest van dat huis boven de poort en daar is een partij inlandse rogge aangetroffen zijnde 4 lasten, per last op 90 guldens gewaardeerd zijnde 9 gulden per mud dus samen 360 gulden. Op de tweede zolder boven de poort is een partij rode tarwe aangetroffen zijnden 50 zakken en per zak 7 gulden dus samen op 350 gulden gewaardeerd. Opde bovenste zolder van dat huis is een partij rogge aangetroffen van 26 zakken, per zak met een waarde van 4 gulden 10 stuivers dus totaal 117 gulden. Op de zelfde zolder nog in een hoekje een partij nieuwe rogge aangetroffen van 2 zakken, per zak gewaardeerd op 4 gulden 10 stuivers maakt totaal 9 guldens. Op de genoemde bovenste zolder nog een partij Zeeuwse tarwe aangetroffen zijnde 10 zakken van elk 8 gulden maakt samen 80 guldens. Op de zolder van het huis de Druijff op de Haven in Den Bosch ook de granen bekeken die eigendom zijn van genoemde Hendrick Verhaer. Eerst de Zeeuwse tarwe zijnde 20 zakken, elke zak van 7 gulden 10 stuivers maakt samen 150 guldens. Nog op de zelfde zolder bevonden een partij rode tarwe van 15 zakken, elke zak van 7 guldens maakt totaal 105 guldens.