Notaris-, schepen- en andere akten

176 Onder conditie ende voor waarden hier naarvolgende soo sal Wouter van Boxtel als aangestelde ende beeedigde momboir over het onmundige kint van Aart Cornelis Vissers publicq ende voor alle man verpagten een stuk hooij of weijland genaamt den Dooreweij, gelegen ter plaetse genaemt de Gent voor den tijd van vier agter een volgende jaaren met twee te moogen schijden wie van parthijen gelieven zal, mits malkanderen een half jaar tevooren daarvan behoorelijke opsegginge en denuntiatie te doen. Dese verpagterige geschiet om munte van carolij guldens tot 20 stuijvers het stuk goed gangbaar geld iedere gulde gerekent. De pagters sullen gehouden weesen op haar gepagt parceel te slaan luttel ofte veel slagen doende iederen slag 10 stuijvers half en half naar ouder gewoonte. Item sullen de pagters of pagter gehouden weesen te stellen twee goede sufficante borgen tot genoegen van de verpagter. Item sal tot schrijfgeld staan met het zegel voor den secretaris twee gulden drie stuijvers, voor heeren schepenen tien stuijvers, voor den voster 10 stuijvers, armen 6 stuijvers totaal 3 gulden 9 stuijvers. Alle het geene bij den pagter aanstonts naar het uijtgaan des hoogsels sal moeten betaalt worden. Het hoogsel hier van sal uijtgaan aanstonds naar de verpagtinge met een eijndekenkeerde. Item sal den pagter gehouden wesen alle dorps lasten egeene uijtgesondert wat naam deselve ook soude moogen hebben op sijne last te nemen en de selve te betalen. De betalinge sal geschieden op sintemartens dag alle jaar. Op heden den 24 junij 1733. Is het voorschreve parceel ingeset bij Wouter van Boxtel voor eene somme van 10 guldens. Gemijnt bij Wouter van Boxtel. Aldus verpagt als voorschreve staat ter presentie van ondergeschreve schepenen. J.v. Eijndhoven.