Notaris-, schepen- en andere akten

47 Voor Aart Verhagen en Gerrit Verhagen, schepenen van Heeswijk, departement van de Dommel verklaart Martinus van Zutphen 45 jr., goed bekend staand ter rekwisitie van het office van deze gemeente. Dat in de nacht tussen zondag en maandag 23 en 24 maart jl., zonder het precieze uur te weten aan zijn woonhuis is gekomen Johannes van den Heuvel, welke hij meent aan de stem herkend te hebben, doch hem niet heeft gezien. Dat deze hem heeft gevraagd om op te staan en mee te gaan en hij daarop heeft geantwoord kom morgenvroeg terug. Daarop heeft voornoemd persoon gevloekt en geraasd en zeggende komt uit uw bed of ik zal uw huis in brand steken. Als gij niet op staat zal ik alles vermoorden die in huis is. Tevens is verschenen Jacobus Nelis van Oort, oud 42 jr. goed bekend staand, wonend te Heeswijk, welke verklaart dat in zijn kamer in het huis van Martinus van Zutphen is gekomen voornoemde Johannes van den Heuvel, dat deze op zijn de deur geslagen en gevraagd om op te staan, waarop hij vloekte en raasde en heeft gezegd dat hij alles zou vermoorden dat in huis was. Comparant heeft daarop gezegd Johannes ga naar huis naar uw wijf. Comparant heeft ook gehoord dat hij dreigde het huis in brand te steken. Ook aanwezig is Helena Jan Timmers vrouw van Jacobus van Oort 20 jr. goed bekend staand, wonend te Heeswijk, zij verklaart hetzelfde als haar man. Zij was zo geschrokken dat ze het huis is uit gevlucht op blote voeten en in nachtkleding naar het huis van de diender is gelopen. Deze heeft daarop zijn snaphaan genomen en is naar haar huis gegaan, waar voornoemde Johannes van den Heuvel nog was.