Notaris-, schepen- en andere akten

28 Taxatierapport tot heffing van de 20e penning van de nagelaten goederen van Ludolphus Everardus Arnoldus de Quaij, majoor-ingenieur in staatsdienst, overleden op 17 augustus 1803. De belasting zal geheven worden over de helft van: 1. het landgoed genaamd den Barendonk, bestaande uit huis, bijgebouwen, hoven, boomgaarden, grachten, visvijvers en alle erbij behorende landerijen, met name de Kooij, den Heijtsberg en den Craijenkamp. Het goed is jaarlijks belast met een afdracht aan de Domeinen en het Gasthuis te Grave 2. de boerderij den Hulsbos, bestaande uit gebouwen en landerijen 3. t/m 6. vier percelen grond gelegen achter den Heijtsberg, waarvan het laatste grenzend aan het Ossenbroek 7. t/m 9. de cijnsopbrengsten van de percelen grond genaamd resp. het Heeske, Geurt Diemsland en den Cloot 10. de cijnsopbrengst uit het erf eerst toebehorende aan Lamert de Snijer, daarna aan Jacob Dekkers en vervolgens aan Thomas Janssen 11. t/m 14. de cijnsopbrengsten uit vier hofsteden. Resp. de hofstede behorend bij het voorgenoemde erf; de hofstede waarin Art Pruijt woonde; de hofstede op de plaats den Plukwolf; de hofstede van Engel Catsbroek