van bouwland te Cuijk. Verpachter Johannes Hubertus Ebben. Pachters Cornelis Hubertus Voorter, Piet Oomen, Egbertus Noijen, Josephus Haasen, Johannes Baptist Reqouin en Jan Kaal allen wonende te Cuijk. De jaarlijksche opbrengst is f. 28,75
van huis en land onder Cuijk. Verpachter Albert van der Logt, wonende te Cuijk als mondeling gemagtigde van Johannes van der Logt, wonende te Gelsenkirchen, aanpachter Martinus Hubers wonende te Haps, jaarlijksche pachtsom f. 53,= hoofdelijke borg Theodorus Linders wonende te Cuijk
van huis en land te Haps. Verpachter Hendrikus van den Elsen, wonende te Rijkevoort, gemeente Beugen als mondeling gemagtigde van Bernardus Panders vroeger wonende te Haps, thans te 's Hertogenbosch, aanpachter Francis Cornelissen, wonende te Cuijk herzegge te Haps voor f. 70,= per jaar
van bouwland te Cuijk. Verpachter Pieter Antonie Hendrik Ramaer, wonende te Cuijk als mondeling gemagtigde van Susanna van Spengler, wonende te Nijmegen. Pachters zijn Leonardus Jans, Martinus Hendriks, Albertus van den Berg, Gerardus Loeffen, Hendrikus Heijl, Jacobus Martens, Theodorus Joosen, Willem van Kempen, allen wonende te Cuijk voor f. 42,50 tezamen per jaar