ten verzoeke van Arnoldus Hendriks te Velp voor zich en als voogd over de minderjarigen 1. Johannes Jacobus Marinus; 2. Hermina Gerarda; 3. Johanna Maria; 4. Petrus Hendrikus en 5. Wilhelmina Hendriks, van de goederen behorend tot de gemeenschap bestaan hebbende tussen de verzoeker en wijlen zijn echtgenote Anna Maria Heijmeriks.