1779, den 20 januari voor Marie gekogt 8 elle zarsij, de el tot 16 stuivers, 6-8-0.
Den zelfde dito 6 ½ elle linden laken gekogt voor Henricus voor nieuwe hembden, de el a 10, 3-5-0.
Den 7 februari aan Henricus sakgelt gegeven, 1-16-0.
Den 9 junij voor schepens jura betaelt, voor ’t teekenen van de erfdeijling, 0-12-0.
Den zelfde dito aan rigterbode voor ’t schrijven van de erffdeijling, 3-3-0.
Als mede van verteringe gedaan mit het deijlen, voor en nae het opseggen van de verpagte goederen, als ook mit het laten opseggen van ’t gelt, te zame verteerd en betaalt aan rigterbode, 3-13-0.
Den 11 februarij aan Cornelis Tibosch betaelt voor zijn 5e part van elsen pootsel verkogt, en eenen halven morgen groesland, (berekent sigh bedragt, 10-10-0) te zame, 12-7-10.
(subtotaal) 31-4-10.