Notaris-, schepen- en andere akten

1620 Jan Francis van der Linden en Wilhelmus van Berkel, landbouwers te Uden, voor zichzelf en als gevolmachtigden van Elisabeth van Berkel vrouw van Frederik Berens, bakker; Jacobus van Berkel, herbergier; Adrianus van der Linden; Wilhelmus van der Linden; Jacobus van der Linden; Agnes van der Linden; Elisabeth van der Linden vrouw van Francis de Wildt, allen landbouwers; Maria van der Linden vrouw van Joannes Aldenhuizen, schoolonderwijzer; Helena Pittens en Catharina Pittens, dienstmeiden en Joanna van den Hurk vrouw van Derk van de Laar, dagloner, allen te Uden; Petronella van Berckel vrouw van Peter Egelmeers, landbouwer te Veghel; Wilhelmus Pittens, hoefsmid te Ooijen; Lambertus van den Hurk, timmerman te Gemert, volgens volmacht voor notaris Scheij d.d. 30.06.1826 en Johannes van der Linden, olijslagersknecht te 's-Hertogenbosch verkopen voor f 150,-- aan Maria Josepha van Dongen, zonder beroep te Uden, een perceel hofland gelegen aan de kapel te Uden. Zie akte 1602.