Notaris-, schepen- en andere akten

103 Willem Frederik van Breda vorster en gerechtsbode te Erp verklaard met machtiging van de weduwe J. Rietman collectrice der verpondingen en beede te Erp het in arrest stellen van vaste goederen van Gerit Peter van Schijndel den jongen en Johanna Peeter van Schijndel om daar te verhalen wegens verponding van 1785 een bedrag 5 gulden en 8 penningen, voor het jaar 1786 een bedrag van 5 gulden en 10 penningen. Zo ook de vaste goederen van Johanna Peeter van Schijndel om daar te verhalen wegens verponding van 1785 een bedrag van 15 stuivers en 2 penningen, over het jaar 1786 een bedrag van 16 stuivers en 8 penningen. Zo ook de vaste goederen van Gerit Peter van Schijndel, den jongen, om daar te verhalen wegens verponding van 1785 een bedrag van 2 gulden 1 stuiver en 12 penningen, over het jaar 1786 een bedrag van 2 gulden 5 stuivers en 12 penningen. Idem de vaste goederen van Hendrik Andries van Schijndel, over 1785 een bedrag van 8 gulden 1 stuiver en 4 penningen en over het jaar 1786 een bedrag van 8 gulden 19 stuivers en 8 penningen. Idem de vaste goederen van Hendrik Louwrens van Santvoort, over het jaar 1785 een bedrag van 6 gulden 5 stuivers en 4 penningen en over het jaar 1786 een bedrag van 6 gulden 16 stuivers en 4 penningen. Idem de vaste goederen van Zeeger Jacobs over het jaar 1785 een bedrag van 1 gulden 19 stuivers en 12 penningen en over het jaar 1786 2 gulden 1 stuiver en 14 penningen. Idem de vaste goederen van Dirk Janse van Baakel over het jaar 1785 een bedrag van 5 gulden en 8 penningen en over 1786 een bedrag van 5 gulden 9 stuivers en 4 penningen. Idem de vaste goederen van Hendrik Crooijmans over het jaar 1786 een bedrag van 4 gulden en 10 stuivers.