* ze beveelt haar ziel aan bij God en wil dat na haar overlijden haar lichaam op de gebruikelijke plaats begraven zal worden
* haar oudste zoon Pouwels krijgt 'het peert met het getouw ende de hoogh kerre ende een paer nieu swartte cleedeeren ofte dartich gulden in de plaets voor vuijt'
* haar zoon Goordt krijgt 'de winter coye wesende een roij blaer, met noch een roodt maelken'
* haar dochter Ercxken krijgt 'een swarte blaer coije'
* haar zoon Jan krijgt 'een roij colle coije'
* haar dochter Mariken krijgt 'een roij rugel maelken'
* waarmee haar kinderen ieder 'haere houwelycxe gifte genooten' hebben
* de overige goederen zullen gelijkelijk verdeeld worden tussen haar kinderen
Getuigen: Gery Henricx en Goyaert Peter Rutten, schepenen. D. van der Hagen, substituut secretaris