Op deze folio wordt het totaal van de inkomsten, 257-13-2 vermeld, waarna de uitgaven volgen, waaronder: een erfpacht die wordt betaald door de minderjarigen, aan 'Leendert Thonissen voor twe jaeren montcost vant Jan Jan Peters onmundigs', voor 'hoesen, clompen, panpier', 'aen Adriaen Jan Peters om een kleet te coopen', 'voor schoolgelt van een onmundigs kint', 'aen Adriaen een der onmundigen de somme van elff gulden om naer Amsterdan te gaen wercken', 'voor den soon Jan een paer schoen', 'item alsoo Daniel Jan Thonis, een der mombaren, dese werelt was comen te overlyden, en in synen plaetse wiert gecooren Lammert Symons', 'aen Adriaen den soon'32 stuivers 'voor drinckgelt'.
Getuigen: Jacob Albert Prouning, Jacop van der Hagen en Adrij Handricx Smets