Notaris-, schepen- en andere akten

47 Rekest van Otto Juijn oud-schepen en Abraham Justus Verster regerend schepen te ’s-Hertogenbosch als aangestelde sequesters van de goederen van Willem Ginhoven bierbrouwers in deze stad te kennen gevende dat zij in die kwaliteit voor de heren commissarissen van haar Ed: Mo: op 6 augustus 1737 en volgende dagen hebben gedaan hun provisionele rekening van hun administratie in welke rekening wordt gesproken over allerlei obligaties waarbij o.a. worden genoemd: Lucasse van de Weteringe woonachtig te Sint Oedenrode, de weduwe Lambert van der Hage te Breugel, Cornelis van der Voort of diens weduwe te Riel, een schepenbrief van Hilvarenbeek van 5 augustus 1730, Martinus Janssen, Marcelis Dirks te Asten, Johan Schoonhoven president en Joost van Erp, Marten Hurk en Willem der kinderen onder Sint Oedenrode, Goijaert Martens en Nicolaas Jan Maas , Johan Martini Bergman secretaris te Riel, Martinus Jan Paulus, de regenten van Asten, de regenten van Reusel, die van Oirschot, de regenten van Oostelbeers, de regenten van Hoogeloon, de regenten van Casteren, die van Steensel, die van de bank van Eersel, Duizel en Steensel vanwege de houtschat, die van Waalre, Aalst, Knegsel, ontvanger Van Huffel