Notaris-, schepen- en andere akten

130 Akte van in bewaargeving van een geheim testament door Godefridus van de Laar zoon van Hubertus, grondeigenaar bouwman en wonende te Sint Oedenrode. De uitvoerders van het testament zijn de beide zwagers, Joannes Renders en Willem van de Ven. Hij wil begraven worden op een bijzondere plaats naast of bij het graf van zijn zuster en moeder zaliger. Dat op zijn graf en dat van zijn zuster geplaatst moet worden een monument van twee honderd en vijtig gulden. Hij wil een uitvaart der eerste klasse met drie Heeren. Hij vermaakt aan de Roomsch Katholieke Gemeente van Sint Oedenrode, tot oprichting of instandhouding van een Gesticht van Liefdadigheid aldaar en ter beschikkingvan den tijdelijke Pastoor, een somme van twee duizend gulden. Verder nog genoemde personen: de kinderen van zijn zuster Petronella van de Laar huisvrouw van Joannes Renders en zijn, met namen: Hubertus, Maria en Willem Renders. Verder zijn zuster Maria van de Laar, bij hem inwonende.