Notaris-, schepen- en andere akten

47 Jan Coenen en Jan Daems schepenen tot Grave tuigen dat Roeloff de Leeuw met Jaspar zijn zoon hebben gewillicht en geconfirmeeert alzulk verdrag gepasseerd in dato 1562 bij Willem van Wammel (Wamel) en Gerit Robberts bezegelt als schepenen daar deze tegenwoordig transfix doorgesteken is, met conditie dat hij Jasperen zijn zoon voorschreven gegeven heeft 6 gulden Brabants boven dit verdrag. Item heeft Jaspar voornoemd bekent op die 50 Brabantse guldens die hij gereet ontfangen solde, heeft ontvangen 14 gulden Brabants, en zijn alsoe partien voorgenoemd geaccordeert, dat Roeloff de Leeuw voorschreven Jaspar zijn zoon de losse van de voorschreven 50 gulden, te weten 36 gulden Brabants, zal vesten of bewijsen bij noch alzulke 50 gulden Brabants als hem noch toekomen vermogens een verdrag, bedragende tsamen ter somme van 86 gulden Brabants, daarvan Roeloff voorschreven (aan) Jaspar voorschreven te pacht geven zal 5 gulden Brabants tjaars, met conditie als de voorschreven Jaspar de voornoemde 36 gulden brabants te bederven hebben wilt, zal hij Roeloff zijn vader zulks een half jaar te voren verwittigen en daarna de penninge naflossen na advenant, te weten de voorschreven 36 gulden zal de pacht daaraf corten na advenant. Ook heeft de voorschreven Roeloff bekent en verzekert, dat hij Jaspar zijn zoon niet zal onterven, dan het goeds laten volgens daartoe naar recht en God behoort. Zonder arglist.