Notaris-, schepen- en andere akten

17 Wij Art Wolters, Hendrick Visschers ; ende vorts wij samentelicke schepenen tot Herpen aan Maaslandt; voor ende van wegen weledele Cornelis Brovingk van Deventer, genaamd Brovingk ende weledele Lambert van Gerven, en mit consorten; mit desen te weten; soo dat jonker Adriaen de Beijharts, scholtus en diekgrave der stad ende lande van Ravenstein, uit crachte van seeker accoord, en vergelijck; ende daaruit resulterende obligatie , ter somme van tachentich gulden, ter goede reekeninge; met alle costen, schaede, en interesse van dien; in alle rechten heft laeten beslagh doen, op de pondingen ,resulterende van de U Edele thienden; onder Huisseling gelegen, berustende onder den cooper van dien Derick van Well saliger, waarop met de kercke veiling dus verrre is geprocedeert, dat men van gerichts en rechtswegen verleent en geleght heft dagh van distractie oft vercooping van deselve penningen , op dato van heden excluis erf, over vierthien daegen, mede excluis, naer insinuatie deses; als wanneer nu weledele respectieve connen compareren alhier aan desen gerigte, ende schulden haren schade, ende of deselver oft ijmanden haeren name alsdan compareert, oft nijet, dat als nietemin vortgevaeren worden naar lantds costuijmen; tgene naer behoirlick en vriendelijck requisitie aan den officier ter plaatse versoucken dat voor salaris, mits doende relaes, mag geinsinueert worden. Men sal bij occasie ende versoght sijnde desgelijk doen, dit in oirconde hebben wij dese met onsen gemeenen schependombssiegel bevestigt, en door den landschrijver betekenen laeten. Herpen 26 aprilis 1673